Bajesbuddy met dubbele agenda

Genrefilmliefhebbers zijn masochisten. Zogenaamd comfortabel onderuit gezakt in hun bioscoopfauteuil laten ze zich mentaal mishandelen door psychopaten, femmes fatales en computer generated natuurrampen. Film kijken voor hen is lijden.

En de hardcore onder filmgenrefreaks gaat voor het gevangenisgenre. Niets zo louterend als twee uur opgesloten te zitten in een high security facility waar seksslavernij, sadisme, intimidatie, dope, moord, racisme de dagelijkse sleur vormen. Smoesje van deze liefhebbers is dat de details vaak op realiteit gebaseerd zijn en dat je zoveel kunt leren van het menselijke vernuft dat in zo'n hogedrukpan excelleert (hoe boetseer je een 9mm pistool van zeep en schoensmeer, hoe maak je morsecode met scheerspiegeltjes, hoe ontsnap je via de verwarmingsbuis). A positive, learning experience om Monty Python te citeren.

Omdat criminaliteit hot is in de VS is het gevangenisgenre in Hollywood groot geworden. Maar aangezien iedere natie haar inwoners graag opsluit en zo'n gevangenisfilm niet zo gek veel hoeft te kosten (benodigdheden: een ouwe bajes en een buslading ongeschoren figuranten) is het niet vreemd dat er nu uit het cinematografisch zo bruisende Spanje een pittige gevangenisfilm komt, het voor nog geen 5 miljoen euro gedraaide Celda 211, ofwel Cell 211. Uitgangspunt is uitgesproken maso: bewaker moet zich voordoen als gevangene om vege lijf te redden.

Het begint gelijk al. De rondleiding op Juans (Alberto Ammann) eerste werkdag is nog maar nauwelijks begonnen of er breekt een opstand los onder de gevangenen. Juan reageert instinctief: hij dumpt zijn burgerkloffie en ID en beweert een nieuwe gevangene te zijn - een veroordeelde moordenaar. Dat hij goed kan liegen blijkt als leider Malamadre (Luis Tosar) hem aan de tand voelt. Juan maakt indruk op hem met zijn humor en tips voor de onderhandelingen met de politie. Maar dat doortastend optreden bezorgt hem ook vijanden. En als de gevangenis bestormd dreigt te worden door de ME krijgt Malamadre Juans ID in handen.

Iedere gevangenisfilm is in zekere zin een toneelstuk, want eenheid van plaats. Zo ook Cell 211. Die claustrofobische sfeer vergt een hoop van de acteurs, want zij moeten lucht brengen en op gepaste tijden je strot extra dichtknijpen. De casting van Tosar als Malamadre is er een uit duizenden. Met zijn prooizoekende wolvenfysiek domineert hij iedere scène en bewijst hij zich als de A-list movie animal waar Hollywood al jaren naar zoekt. Ook de rest van de cast heeft een overtuigend jailgehalte, met name een old timer met keelkankerstem en wortelontstekingsgebit, die waarschijnlijk uit eigen ervaring kan putten.

Maar Cell 211 is geen gewone gevangenisfilm. De opstand is een doorbreking van de rituelen dus de gewoonlijke ingrediënten van het genre komen nauwelijks aan bod. We proeven wel iets van ethnische rivaliteit en Darwinistische hiërarchie, maar de film is vooral een buddy movie. De band die groeit tussen de weliswaar rücksichtlose, maar eerlijke Malamadre en de intelligente, maar noodzakelijkerwijs liegende Juan is zo intens, dat je meer vreest voor Juans ontmaskering dan voor zijn leven. Broeders tot in den doet?

De spanning is zo intens dat niet eens opvalt hoe toneelmatig de mis en scène van regisseur Daniel Monzón soms is. Figuranten die in een kringetje braaf en zwijgzaam toekijken als de Malamadre en Juan een verhitte discussie voeren, een setting zoals je die aantreft in pre-sixties films. Storend is dit niet, het gaat immers om deze twee alpha males, maar erg naturalistisch ook niet. Dat geldt ook voor de ongeloofwaardige wendingen in het scenario, die Juan moeten motiveren om werkelijk één van hen te worden.

Maar wie gaat er nu naar de bioscoop voor realisme! Cell 211 biedt twee uur superieur Europees filmmasochisme. En doet een stuk meer pijn dan de ongetwijfeld op til staande Hollywoodiaanse remake, waarin een extra ongeschoren Colin Farrell buddies wordt met een extra charismaloze Shia LeBoeuf, om samen te ontsnappen via de net aangelegde glasvezelkabel.

Cell 211
Charisma van een filmroofdier