Politiek correcte lynchpartij

Regisseur Edward Zwick maakt patriottistische oorlogsfilms. Op zich niet opmerkelijk, want sinds 9/11 mag er weer ouderwets verheerlijkt worden. Echter, Zwick heeft het gros van zijn oorlogsfilms vóór de aanslag gedraaid - en toen lagen de zaken wel anders.

Om de oorlogsheroïek in zijn films een politiek correct gezicht te geven bedacht hij een sluwe truc: filmen vanuit het perspectief van een minderheid. In ‘Glory’ volgen we de heldhaftige strijd van zwarte soldaten in de Amerikaanse burgeroorlog, in ‘Courage under Fire’ de heldhaftige strijd van een vrouwelijke helikopterpiloot tijdens de eerste Golfoorlog, in ‘The Siege’ de heldhaftige speurtocht van een zwarte rechercheur naar moslimterroristen. In zijn laatste film, het waargebeurde ‘Defiance’, kiest Zwick voor een beproefde underdog: joodse vluchtelingen tijdens WOII.

Nadat hun familie en gezinnen vermoord zijn door de nazi’s, vluchten drie Joodse broers de bossen van Wit Rusland in. Ze zijn niet de enigen: steeds meer vluchtelingen sluiten zich bij hen aan. De oudste broer, Tuvia (Daniel Craig), profileert zich al gauw als leider. Dit tot ergernis van de een-na-oudste (Liev Schreiber), die zich verbitterd aansluit bij het Russische leger. Onder hoede van Tuvia groeit de groep uit tot meer dan duizend man en vormen ze een heuse gemeenschap. Ze mijden confrontaties met de Duitsers, maar als hun schuilplaats wordt verraden rest hen geen andere keus.

Dat goedwillende mensen onder extreme omstandigheden tot slechte daden in staat zijn, daar kon zelfs Zwick niet omheen. Oorlog is nu eenmaal smerig. Om zijn held toch ethisch verantwoord te presenteren, concentreerde hij de slechte eigenschappen allemaal in de broer. Het is de broer die jaloers is, wraak wil nemen, alle Duisters wil vermoorden. Tuvia laat zich niet verteren door wrok: “We don’t want to be like them!”

Zwick realiseerde zich dat Tuvia pas waarachtig zou overkomen als hij in ethisch lastige situaties harde beslissingen durft te nemen. Hiervoor schept hij dan zo gunstig mogelijke omstandigheden. Als Tuvia wraak neemt op de moordenaars van zijn ouders, schiet hij pas als er sprake is van zelfverdediging. Als muiterij uitbreekt en Tuvia de oproerkraaier neerschiet, is ons al uitgebreid verteld hoe slecht deze man is (pakt eten af van bejaarden!). En als de vluchtelingen een Duitse officier lynchen, laat Tuvia hen begaan omdat ze niet nóg een mond kunnen voeden.

Deze morele trukendoos was nog verteerbaar geweest als Zwick minder lomp had geregisseerd. Maar het is alsof je naar een Nederlandse film kijkt: alles wordt uitgelegd, iedere scène is voorspelbaar, ieder personage een archetype. En de zweem van authenticiteit (de film begint met documentairebeelden) vervliegt zodra je de Wit-Russen Engels met een Russisch accent hoort spreken, terwijl de Russen gewoon Russisch praten.

Ronduit schokkend is ‘Defiance’ vanwege haar oppervlakkigheid: nog geen tien film-minuten nadat de broer heeft gehoord dat zijn gezin is vermoord, flirt hij al weer met een groepslid. Met als gevolg dat je nog geen tien minuten na de eindcredits het indrukwekkende relaas van deze vluchtelingen al weer vergeten bent.

Defiance
Liev Schreiber(l) en Daniel Craig als de joodse broers