Caleidoscopisch pesten

Succes is een keuze! Filmproducenten maken zichzelf graag wijs dat het commerciële succes van een film te herleiden is tot een formule. En dan hebben we het niet over genrefilms die logischerwijs geschoeid zijn op een format, maar over ‘gewone’ films met bijvoorbeeld een dramatische insteek.

Zo zien we in Hollywood een groeiende voorkeur voor scenario’s met een caleidoscopische vertelling. Hierbij worden diverse personages gevolgd die aanvankelijk slechts zijdelings of niet met elkaar te maken hebben, om, naarmate de climax nadert, op een cruciaal moment in hun leven met elkaar geconfronteerd te worden en zo door het lot verbonden te lijken.

Uiteraard biedt zo’n verhaalstructuur geen garantie voor kwaliteit. Denk aan Magnolia en Crash die indruk maakten, terwijl Babel onverteerbaar was. Feit is dat ze veel publiek trekken doordat de caleidoscoop een filosofische ondertoon creëert, een ‘we zijn toch allemaal mensen’-gevoel. Als mensen íets zoeken in de bios is het wel de illusie dat ze met elkaar verbonden zijn.

Regisseur Henry Alex Rubin is goed in verbinden. Hij heeft naam gemaakt met Murderball, een documentaire over paralympische rugbyspelers. Inderdaad, een ‘we zijn toch allemaal mensen’-film. Prima opmaat voor een speelfilmdebuut over langs elkaar heen levende zielen: Disconnect.

Een oorlogsveteraan en zijn vrouw zijn uit elkaar gegroeid sinds de dood van hun kind. Als ze ook hun spaarcenten kwijt raken doen ze een wanhopige poging de dader op te sporen. Ze worden daarbij geholpen door een ex-politieman die zich sinds de dood van zijn vrouw op zijn werk gestort heeft. De politieman kan weinig aandacht opbrengen voor zijn zoon, die op school foute geintjes uithaalt. Een slachtoffer, zoon van een advocaat, belandt zelfs in het ziekenhuis. Waarop diens vader een klopjacht begint op de mogelijke dader, onderwijl advies gevend aan een televisiejournaliste die verdacht wordt van ontucht met een minderjarige webcamrukker. Say what?

Het eerste wat opvalt aan Disconnect is het vakmanschap. Met één shot, gedraaid vanaf een skateboard en gesmeerd met een dreunende song van Sail, weet Rubin een sfeer van onbehagen en adrenaline neer te zetten. Zijn acteursregie levert vlekkeloos en intens acteerwerk op, het camerawerk is effectief want zit claustrofobisch dicht op de personages. Henry Alex Rubin verstaat zijn vak.

Misschien iets te goed. Naarmate Disconnect vordert bekruipt je het gevoel dat je ingepakt wordt door een gelikte formulefilmer. De ballads lijken geselecteerd om onze traanklieren te masseren, de personages komen in slow motion tot een catharsis die bol staat van de pathos. De thema’s - pesten op school, rukken voor geld en wegvluchten voor contact - worden als controversieel gebracht maar zijn inmiddels zozeer uitgehold in praatprogramma’s dat ze als mainstreamfähig beschouwd moeten geworden. Disconnect kortom, riekt naar de didactiek van een supportgroep.

Nekslag voor de film is echter de caleidoscopische structuur. Geen moment krijgen we de indruk dat deze personages werkelijk met elkaar verbonden zijn, ze lijken hoogstens naar elkaar toegeschreven. Zo’n kunstmatige verbinding is het laatste wat de bioscoopbezoeker wil ervaren, omdat het confronteert met de essentie van het medium: het is allemaal illusie.

En dat terwijl Rubin goud in handen had. Want tussen de ruis van de verhaallijnen door maakt de plot een briljante, helaas verder niet uitgewerkte wending die het eigenlijke verhaal had moeten zijn: de pestkop maakt incognito even oprecht contact met zijn slachtoffer, waardoor hijzelf uit zijn isolement getild wordt. Jammer dat ‘contact via pesten’ niet echt klinkt als een cinematografische succesformule.

Disconnect
Alone in the crowd