Rücksichtlos revisionisme voor een happy end

Niet iedere regisseur heeft respect voor het oorspronkelijke materiaal waar hij zijn film op baseert. Hoezeer literatuur verminkt kan worden door cinematografisch revisionisme blijkt uit de vijfde verfilming van de Duitse roman ‘Effi Briest’ (1894, Theodor Fontane) door regisseur Hermine Huntgeburth (‘Die Weisse Massai’). Huntgeburth heeft het wel erg bont gemaakt. Volgens haar is deze treurige geschiedenis van een vrouw die ten onder gaat aan het Pruisische burgermoraal van de 19e eeuw “vor allen Dingen eine Emanzipationsgeschichte”, die zonder enige scrupule van een nieuw, feministisch verantwoord einde voorzien kon worden.

Het leven was geen lolletje voor een jonge vrouw in het Pruisen van Toen. Zo heeft de zeventienjarige Effi (Julia Jentsch) weinig keuze als haar ouders haar voorstellen om te trouwen met de tweemaal zo oude Baron Instetten (Sebastian Koch). Instetten heeft notabene bij haar moeder nog een blauwtje gelopen, toen het hem niet voor de wind ging. Maar inmiddels is hij districtbestuurder geworden en dus een aantrekkelijke partij.

Volgens haar ouders dan. Effi zelf kwijnt weg als kersverse barones. Een pijnlijke ontmaagding, een invasieve bediening, een roddelende dorpsgemeenschap en spookgeluiden op zolder maken haar diepongelukkig. Zelfs de geboorte van haar dochter verandert daar niets aan. Pas als majoor Von Crampas (Misel Maticevic) in haar leven komt gaat haar hart weer kloppen. Ze beginnen een heftige relatie die pas eindigt als Effi met Instetten en dochter naar Berlijn verhuist. Maar als Instetten zes jaar later haar liefdesbrieven vindt, besluit hij tot een duel en tot echtscheiding.

In cinematografisch opzicht is Huntgeburth’s ‘Effi Briest’ een overbodige film. Een registratie die fascineert noch irriteert met vlekkeloos spel dat geen moment intrigeert. Waarom de film dan gemaakt is? Het lijkt erop er dat de regisseuse het boek puur heeft willen gebruiken als vehikel voor haar feministische gedachtengoed.

Om te beginnen heeft ze het slot ingrijpend veranderd. Wordt Effi in het boek weer opgenomen door de familie waar zij, voodat ze aan tuberculose bezwijkt, toegeeft dat de baron juist gehandeld heeft. In de film krijgt ze geen tbc, gaat ze ook helemaal niet dood, maar wordt ze een krachtige, zelfstandige vrouw. Als haar schuldbewuste ouders haar aanbieden om weer thuis te komen, slaat zij dit aanbod niet alleen af, ze steekt er ook nog eens - en publiek en dus gewaagd voor die tijd - een sigaret bij op!

Om dit anachronisme plausibel te maken heeft Huntgeburth enkele valse trucs moeten uithalen. Zo heeft ze van het dochtertje een collaborateurtje gemaakt dat, nadat de moeder is verstoten, haar bij een eerstvolgende ontmoeting ijskoud bejegent. Dat maakt ’t scenario-technisch voor de moeder een stuk makkelijker om het mormel verder links te laten liggen! Ook Instetten is onsympatieker gemaakt dan in het boek, bijvoorbeeld door hem tijdens de ruwe ontmaagding volslagen gevoelsarm in beeld te brengen. En ook van zijn berouw om het duel zien we niets terug in de film.

De vraag is waarom Huntgeburth het verhaal niet gewoon naar het heden heeft getransponeerd. Er zijn zat culturen waar je nog uitgehuwelijkt wordt, waar geen rekening gehouden wordt met vrouwelijke lustgevoelens en al helemaal niet met hun ambities. Misschien is het veiliger om een sexe te demoniseren dan een cultuur.

Effi Briest
Julia Jentsch als Effi Briest