Geriatrisch geilen op heilbotsoep

IJsland is tweemaal zo groot als Nederland, maar telt niet meer zielen dan de stad Utrecht op een lauwe koopzondagmiddag in augustus. Niet verbazingwekkend dus dat Wikipedia over haar filmcultuur slechts een paar regels weet op te hoesten en dat die vooral reppen over die ene IJslandse film die ooit in 1991 voor een Oscar genomineerd werd. Interessanter is het VVV-promopraatje over de bioscopen aldaar. Hierin wordt benadrukt wordt dat de fauteuils comfortabel zijn en het geluid goed klinkt, maar dat er helaas vooral mainstream films uit Hollywood gedraaid worden. Welk een marteling voor de ware cultuurliefhebber!

Goddank hebben enkele trotse autochtonen de camera wederom uit het visnet getrokken om vol passie aan de slag te gaan. En laten we wel wezen, de eilandengroep barst van de vulkanen met slaapstoornis, dus het drama ligt er voor het oprapen. Reikhalzend keken we uit naar een film die zichzelf Eldfjall (Vulkaan) durft te noemen. Tot we de synopsis lazen.

Conciërge Hannes (Theodór Júlíusson) is een verzuurde ouwe zak. Het soort man dat op zijn vrouw kankert omdat ze champignons in de minestronesoep heeft gedaan, op zijn dochter kankert omdat ze een Japanse auto heeft gekocht, op zijn zoon kankert omdat hij zeurt over Hannes’ gekettingrook en op zijn kleinzoon kankert omdat hij een kind is. Moeder probeert het gemok al jaren met de mantel der liefde te smoren, maar het wordt erger nu hij met pensioen is en zijn frustraties niet langer kan botvieren op leerlingen. Eigenlijk zou iedereen – hijzelf incluis – beter af zijn zonder Hannes. Alhoewel. Als hij bij toeval hoort hoezeer zijn kinderen gruwen van de manier waarop hij hun moeder behandelt, valt de munt eindelijk. Hannes gaat moeite doen voor zijn ega. Hij heeft haar zelfs weer lief in bed. En vangt een heilbot, zodat ze haar favoriete vissoep kan brouwen! Helaas is Cupido’s wederopstanding van korte duur, want moeders wordt ziek. Ernstig ziek.

Eldfjall begint veelbelovend met archiefbeelden van een vulkaanuitbarsting op een van de eilanden en evacuatie van de bewoners. Even verwacht je een aangrijpend, desnoods sociaal-realistisch drama over mens versus natuur. Die hoop is van korte duur. Zodra de openingscredits zijn weggezonken wordt ons de adem benomen door een portie kitchen sink zoals de Engelsen die al jaren niet meer durven te maken. Grauwe kleuren, lelijke mensen, uitzichtloze problemen, moordende sleur, geaderlate dialogen. Net het echte leven - en de reden waarom hele volksstammen de bioscoop induiken voor mainstream escapisme uit Hollywood.

Maar regisseur Rúnar Rúnarsson gaat verder dan kitchen sink. Hij lijkt te willen provoceren met een hang naar de Naakte Waarheid over deze evacués. Soms letterlijk, als hij ons laat meegenieten van een blote Hannes die zijn kleren te drogen hangt, van Hannes en zijn vrouw die aan hun geriatrische lusten gehoor geven of van Hannes die zijn vrouw schoonmaakt op haar ziektebed (thuiszorg: “Er mag geen poep in de vagina komen!”). Maar ook haar gejammer in bed, Hannes’ gehuil op de plee, het gekanker, het geruzie en zelfs het verwijderen van de ingewanden van de heilbot krijgen we door de strot geduwd. Rúnarsson heeft een neus voor een werkelijkheid die werkelijk niemand wil zien.

Maar Eldfjall is niet onverteerbaar vanwege het schrijnende onderwerp. De film is mislukt omdat je je er geen moment betrokken bij voelt. De man, zijn vrouw, hun huwelijk, de ellende, de zorg, de angst, het laat je koud omdat Rúnarsson geen enkele moeite doet om je te verleiden. Ook zijn halfwas pogingen tot dramatiek (een even voorspelbare als mislukte zelfmoordpoging en een bijna-ongeluk tijdens het vissen) proeven als de champignons in moeders minestronesoep. Ellende is geen voldoende voorwaarde voor empathie van de kijker, die om een heel andere reden gaat jammeren.

Wellicht dat Rúnarsson met zijn hyperrealisme tevens critici de wind uit de zeilen wil nemen, omdat die bij dit ‘genre’ geheid vervallen in even bloedeloze als ontzag hebbende termen als ‘authentiek’ en ‘integer’. Wat zijn motivatie voor dit drama ook geweest moge zijn, IJsland stuurt Eldfjall op als aas voor de niet-Engelstalige Oscars. Naar verluidt omdat ze er dan zelf van verlost zijn en het land niet hoeven te evacueren.

Eldfjall
Zo, lekker wasje gedraaid...