Bejaarde Bond in oubollige meesterkrakersfilm

Nu Hollywood door DiCapriootjes, Reevesjes, Damontjes, en Pittjes veroverd is zou je bijna vergeten hoe een echte filmster er uitziet. Een van de laatste dinosauriërs is voormalig metselaar Sean Connery. Met zijn gitzwarte wenkbrauwen, Schotse accent en majestueuze gestalte kan hij zelfs toupetjes nog kloten geven. Hij tilde de James Bond-serie van B-status tot cultniveau en bewees met drama 'The Hill' (1965) en thriller 'Hunt for Red October' (1990) een klassiek acteur te zijn.

Jammer genoeg laat de charismatische Connery zich steeds vaker verleiden om als special guest star beroerde scripts élan te geven. Een nog zorgwekkender ontwikkeling is dat zijn imago bij gebrek aan concurrentie uithollingsverschijnselen begint te vertonen; zo kreeg zijn masculiniteit in de romantische komedie ‘Medicine Man' welhaast belachelijke trekjes. Zijn rol in ‘Entrapment', waarvan hij tevens de producent is, heeft al helemaal een baard. En dat kan ook over de rest van film gezegd worden.

Connery speelt Mac, een geniale kraker met als specialisme het roven van kunsschatten. De verzekeringsmaatschappij is zijn streken meer dan zat en als er een Rembrandt van 24 miljoen dollar gestolen wordt zet ze een undercoveragente in. Deze Gin (Catherine Zeta-Jones) moet zich voordoen als collegakraker om Mac erin te luizen.

Maar Gin is niet wat ze lijkt. Of juist wel: ze is daadwerkelijk een meesterkraker die haar baantje bij de verzekering misbruikt om in contact te komen met Mac. Samen met hem wil ze de diefstal van de eeuw plegen: acht miljard dollar, op een bank in Azië. Het karwei moet tijdens de millenniumwisseling gebeuren, bovenin een wolkenkrabber. Linke soep voor geveltoeristen. Zeker als ze verliefd worden en dubbelspel spelen.

Een Schotse gentleman die de best bewaakte kluizen en musea kan kraken, in z'n eentje op een eiland in een kasteel woont omringd door gestolen kunstschatten, tegen wil en dank verliefd wordt op een 35 jaar jongere concurrente... Leuk romantisch concept voor de jaren zestig, maar in de overbewuste nineties met een bijna bejaarde Connery een garantie voor oubolligheid. Ook de keuze voor regisseur Jon Amiel, eerder verantwoordelijk voor het slappe drama Sommersby en de clichématige thriller Copycat, getuigt niet van durf.

‘Entrapment' is dan ook een brave familiefilm geworden, met alle plotwendingen, flirts, trucages en high-tech inbraak technieken die bij het genre horen. Vanwege het leeftijdsverschil geen seks, maar wel een voyeuristische scène waarin Zeta-Jones in legging wulpse standjes aanneemt om tussen laserstralen door te klauteren. Heel degelijk allemaal, maar de zogenaamd halsbrekende toeren met knappende staalkabels op driehonderd meter hoogte zullen het inmiddels digitaal geschoolde publiek echt niet meer vol adrenaline doen stromen.

En Connery? Die hebben we nu echt te vaak gezien als grijzende leeuw. Een comeback als bejaarde Bond zou van meer stijl getuigen.