Loutering van een overspannen yup

Amerikaans bioscooppubliek ziet graag 'gewone mannen' op het doek. Mannen die hamburgers vreten, honkbal spelen, de wet aan hun laars lappen, en geintjes over grote tieten maken. Vrije jongens dus. Hollywood flanst daarom met grote regelmaat produkties in elkaar waarin zo'n stereotype domineert. Het gros van die films is moeilijk verteerbaar omdat de acteur over te weinig charme beschikt om het eendimensionale karakter acceptabel te maken.

James Belushi, bijvoorbeeld, mist die charme. Belushi heeft met zijn onbehouwen, lomp gedoseerde imago kans gezien om talloze (toch al magere) comedies te verzieken, maar wordt niettemin steevast door Hollywood als vrije jongen getypecast. Na jarenlang als side kick naast échte sterren (als Arnold Schwarzenegger) meegedrenteld te hebben, mag hij tegenwoordig de hoofdrol spelen.

Ook in 'Filofax' van regisseur Arthur Hiller is Belushi weer een bralproleet. Hij speelt een autodief die uit de gevangenis ontsnapt om naar een belangrijke honkbal-match te gaan. Op weg daarheen vindt hij de agenda van een overspannen zakenman (Charles Grodin), en hij neemt voor de gein een dag diens plaats in. Dik lachen!

Want die boertige Belushi lapt de stijve zakenwereld met al haar etiquette en impotente tight asses volledig aan zijn laars, en boekt daarmee nog succes ook. Humor! Ja, en behalve al die lachsalvo's is er ook nog plaats voor een warme boodschap: yup Grodin wordt door beroving en ontslag psychisch ontwricht, maar vindt na een louterende nervous breakdown zijn diepste ik terug: geld maakt hem ongelukkig. Verdomd als het niet waar is. En Hollywood zijn zakken maar vullen.

'Filofax' is ultra-voorspelbaar, en Belushi is ronduit irritant. De vlotte regie van Hiller en de bezielde zenuwinzinkingen van Grodin bieden enige troost, maar worden overschaduwd door een - in speelfilms - uiterst kwaadaardig verschijnsel: produktpromotie.

Toen na afloop van de persvoorstelling enkele agenda's onder de genodigden werden verloot, werd opeens duidelijk waarom in zó veel scènes in de film zo'n nadruk op die agenda werd gelegd; 'Filofax' is namelijk de merknaam van een bestaande agenda... Puur reclame, dus.

Als sponsoring zo ongegeneerd in reclame mag ontsporen, kunnen speelfilms wel eens op langgerekte Ster-spots gaan lijken. In Nederland zou dat trouwens geen kwaad kunnen, want hier staat de reclamefilm op een veel hoger peil dan de speelfilm.