Broeinest van megalomane sadisten

De Amerikaanse regisseur Martin Scorsese is een gedoodverfd genie. Terecht. Zijn ijskoude, hyperrealistische straatfilms hebben zich met ongekend venijn in Hollywoods dichtgeslibde halsslagader vastgebeten en haar vol gif gepompt. Meaner than life. Toch heeft Scorsese nog nooit een Oscar gewonnen.

De reden daarvoor is even onrechtvaardig als voor de hand liggend: Scorsese heeft een consequente voorkeur voor onsympathieke hoofdfiguren, die hij meestal ook nog akelig overtuigend laat spelen door Robert De Niro. Denk aan de met schiettuig behangen Magnum-psychopaat in 'Taxi Driver' of aan de geflipte kruimeldief in 'Mean Streets'. En neem De Niro's glansrol in 'Raging Bull' (1980), waarin hij zo'n beetje de meest onsympathieke klootzak uit de filmgeschiedenis speelt.

Bepaald geen helden. Identificatie met hen is volledig uitgesloten. Gevolg: weerzin. Want glansrollen of niet, Scorsese's monsterlijke personages hebben menig romantisch 'avondje uit' vergald. En het publiek tolereert geen ondermijning van zijn pizzaatje/filmpje/discootje/drankje/ neukje-routine. De mogelijkheid tot identificeren is, hoe je het ook wendt of keert, een noodzakelijke eigenschap voor een Oscar-winnaar. Publiek wil worden meegesleept. Gemanipuleerd. Verwend.

Het lijkt er op dat Scorsese zich dit ook heeft gerealiseerd. In zijn nieuwste mafiafilm 'Goodfellas' is hoofdpersoon Henry (Ray Liotta) weliswaar een gangster, maar Scorsese weet hem met uitgekookte trucs toch nog een menselijk aureooltje mee te geven. Dat doet hij door simpelweg Henry's gangstervriendjes veel slechter af te schilderen dan Henry zelf.

Tommy (Joe Pesci), bijvoorbeeld, is een omhooggevallen schoenpoetser die moord als een practical joke beschouwt, en Jimmy (Robert De Niro) is een strotsnijdende zakenman van elektrische-stoelformaat. Monsters. Natuurlijk is ook Henry geen engeltje, maar Scorsese benadrukt zijn menselijke kanten: zijn charmes, zijn naïef enthousiasme, zijn schijnbare weerzin tegen geweld. Een schavuit met een hart van goud.

Dat wil niet zeggen dat Scorsese het gangsterdom idealiseert. Integendeel. Genadeloos amputeert hij de grijpstuiverromantiek van Little Italy's Cosa Nostra en legt hij een subcultuur bloot zoals ze is: een paranoïde en familieziek broeinest van megalomane sadisten. '

Goodfellas' is een steengoede film. Keihard, sfeervol en bij tijd en wijle ontzettend grappig. Degelijker dan 'Mean Streets' en gevoeliger dan 'Raging Bull'. Scorsese, de crew en de acteurs hebben een topprestatie geleverd; met name de montage en de cameravoering zijn zó krachtig dat je constant met je smoel op Henry's bonkende cocaïne-pols wordt gedrukt. Meeslepend. Scorsese bewijst dat hij in alle opzichten Oscarrijp is.