Nihilistisch charisma

Net nu De Nederlander tot meest depressieve Europeaan is uitgeroepen trekt het kabinet 20 miljoen euro extra uit voor stimulering van de filmsector. TWINTIG MILJOEN. Nou is er niet zo veel mis met subsidiëring van kunst, mits zo’n sector zich bewezen heeft als ambitieus en inventief, oftwel internationaal onderscheidend (denk aan ons toonaangevende jeugdtheater). Maar films maken, échte films, films die je meeneemt naar een onbewoond eiland, dat kunnen we hier helemaal niet.

Wat niet zeggen wil dat we niet kunnen doen alsof. Het Nederlands Filmfestival is een populaire afwerkplek voor wederzijds schouderkloppende soapmakers die elkaar wijsmaken dat ze filmgeschiedenis schrijven. Ruimte voor zelfrelativering – laat staan zelfspot – is er in zo’n zelfgenoegzaam universum natuurlijk niet. Slechts een enkele Nederlandse regisseur realiseerde zich dat zijn films niet zo veel voorstelden. Theo van Gogh. Meer provocateur dan denker, meer recensent dan regisseur, probeerde hij toneelstukjes op te waarderen tot intense home movies met een passie die zo onNederlands was dat je zijn probeersels het voordeel van de twijfel gunde.

10 jaar na zijn dood verschijnt er weer een typische Van Gogh. Ironisch genoeg gedraaid door een filmmaker die Hollywood echt ‘gedaan’ heeft: Menno Meyjes, scenarioschrijver van Spielbergs Empire of the Sun. Een illusie armer is hij teruggekeerd voor onze schouderklopjes en om Herman Kochs bestseller Het Diner te verfilmen.

Met een beetje kwade wil zou je leraar Paul (Jacob Derwig) voor een luie psychopaat kunnen verslijten. Foute denkbeelden, foute uitspraken, fout mannetje. De misantroop mag met reden al jaren niet meer voor de klas staan. Dat hij toch gevoel in zijn donder heeft blijkt als hij er achter komt dat zijn zoon een misdaad begaan heeft. Bij de flappentapper, samen met zijn neef. De ouders van de jongens besluiten het drama te bespreken tijdens een etentje. Dan blijkt dat er zeer verschillend gedacht wordt over het plan van aanpak…

VVV-beelden van nachtelijk Mokum, een gehandycamde neukpartij en groezelshots van een pinautomaat. Zo veel mogelijk eenheid van plaats (restaurant), want in Nederland willen we altijd Herman Heijerman. Dialogen als “Jij laffe LUL!”. Meyjes kortom, laat ons iedere minuut voelen dat we naar nederfilm kijken.

En al is Kochs boek dan geen toneelstuk, sprake van een geweldige thriller is er evenmin. Zodra het telefoonfilmpje in beeld komt weten we hoe laat het is. Of zelfs dat niet. Want uiteindelijk worden we ‘verrast’ met een metamorfose van één van de vier ouders, waardoor de thriller uitglijdt in een ander genre. Een ongeschreven filmwet dicteert dat zo’n transformatie aangekondigd wordt met subtiele aanwijzingen; nu ervaren we de wending als vals spel, als een stoplap om er een eind aan te breien. Had Jiskefet niet een sketch over open eindes? Ach, leefde Theo nog maar.

Want Het Diner wil, zoals 't een echte Van Gogh betaamt, meer zijn dan een verhaaltje. De plot is vooral een kapstok voor Kochs filosofische bespiegelingen. Deze monologues intérieurs worden door Meyjes opgediend in een even onvermijdelijke als gemakzuchtige voice-over (zo kunnen we allemaal een boek verfilmen!). Vervelender is dat de contemplaties gespeend zijn van de ondefinieerbare humor die we kennen uit Kochs vroegere werk uit Borát en Jiskefet. Wat rest is een lesje provocatief nihilisme. A typical Van Gogh! zouden toeristen zeggen, als ze zo gek waren om hier naar de bios te gaan.

Wat Het Diner toch de moeite waard maakt is het spel van Jacob Derwig. Deze Derwig bewijst zich een ‘natural’, een acteur die met slechts een verveelde blik de camera weet te veroveren. Er is maar één term voor dergelijk charisma: filmster. En nee, dat indrukwekkende spel is niet te danken is aan Meyes’ acteursregie, want alle andere rollen zijn tenenkrommend. Dus. Laten ze die 20 miljoen aan Derwig geven, zodat hij kan verkassen naar Hollywood om daar in de remake te stralen. Kan ie doen wat Meyes had willen doen en wat Van Gogh had moeten doen. Ontsnappen aan onze schouderklopjes.

Het Diner
Hebben we dan eindelijk een echte filmster?