Rijk de Gooijer schittert als 'acteur die niet kan acteren'

De gepensioneerde ex-revue artiest Willem Bouwmeester leeft in de schaduw van zijn grote oom, theaterlegende Louis Bouwmeester. Voor Willem geen nostalgie of roem. Op zijn achtenzeventigste krijgt hij echter een laatste kans als regisseur Caspar Vogel (Josse de Pauw) hem vraagt de hoofdrol van een beroemd acteur te spelen in een modern toneelstuk. Het is een stuk over een stuk: de laatste opvoering Shakespeare's De Storm door een theatergroep begin deze eeuw.

Bouwmeester koestert de nodige weerzin tegen zijn homoseksuele rol en nog meer tegen de onconventionele aanpak van de regisseur. Bovendien voelt hij dondersgoed dat de andere - jonge - spelers heimelijk in hun vuistje lachen. Alleen Stella (Camilla Siegertsz) heeft vertrouwen in Bouwmeester. Ze worden een beetje verliefd op elkaar en gaandeweg groeit zijn zelfvertrouwen. Uiteindelijk weet hij het stuk zelfs volledig te dragen. Maar Bouwmeesters emotionele huishouding wordt ondermijnd door herinneringen aan een verdrongen homoseksuele passie en collaboratie met de Duitsers. Een terugslag kan niet uitblijven.

Zoals te verwachten bij een scenario van Jan Blokker dat is gebaseerd op een roman van Harry Mulisch, is de structuur van 'Hoogste Tijd' uitgesproken literair - zeg maar gerust gekunsteld. Heden en verleden worden door elkaar gemonteerd op even degelijke als geijkte wijze waardoor de film soms een bijna Oliver Stonesiaanse nadrukkelijkheid krijgt. Frans Weisz zelf had ongetwijfeld liever associaties met Fellini willen oproepen, want het is deze cineast die hij probeert te imiteren: met name flash-backs van Bouwmeesters revue-verleden krijgen een onwerkelijke ondertoon.

Dit surrealisme levert echter nogal eens een déjà vu-gevoel op en slaat in een scène de plank zelfs volledig mis: Bouwmeester loopt, aan de vooravond van de generale repetitie, door Amsterdam te slenteren en wordt door drie 'zware' jongens met geld de kroeg in gelokt om daar balletje balletje te spelen. Ze laten hem flink winnen, waarop ze onderling ruzie krijgen en Bouwmeester door een transseksueel naar een kelderkamer gelokt wordt, alwaar hij 'besprongen' wordt... Dit is geen surrealisme, maar Flodder met een bad trip.

Wat de film werkelijk kwaliteit geeft is het acteerwerk van de hoofdrolspelers. Kitty Courbois dwingt respect af als de zuster van Willem, Josse de Pauw overtuigt volledig als de ijdele, met lege abstracties strooiende Moderne Regisseur. De Gooijer zelf speelt de sterren van de hemel in deze rol waar hij aanvankelijk 'niets van begreep' (hij noemde de film gekscherend "het nieuwe cinematografische meesterwerk van onze eigenste Fellini").

Zonder De Gooijer was Hoogste Tijd de zoveelste pretentieuze romanverfilming geworden (eigenlijk stond Coen Flink nummer één op Weisz' lijstje - stel je voor: een acteur die niet kan spelen die een acteur moet spelen die niet kan spelen). Nu is het een bij vlagen indrukwekkend De Gooijer-vehikel dat bewijst dat deze ex-televisierevue artiest recht heeft op eenzelfde status als legende Louis Bouwmeester.