Een rauw gevoel in de bovenkamer

Hoe maak je een film over een man met kortetermijngeheugenverlies waarbij je als kijker werkelijk kunt meeleven? De Britse gebroeders Chris en Jonathan Nolan hadden een briljante oplossing gevonden: een scenario waarvan de scènes – die zo lang duren als het kortetermijngeheugen van de held werkt – in omgekeerd chronologische volgorde verteld worden. Door stapsgewijs terug te gaan in de tijd weet het publiek net zo min als de held wat hem is overkomen. Zelfde vragen, zelfde spanning.

Maar het geniale Memento (2000) heeft één enorm nadeel: het hoofdpersonage is zo onaangenaam dat je helemaal niet wílt meeleven. Waardoor de geniale scenariovondst grotendeels teniet gedaan wordt. Erger nog, het cerebrale meesterwerk laat je achter met een gevoel alsof je gemindraped bent.

Niettemin begrijpelijk dat Hollywood zich op deze getalenteerde broers gestort heeft. Met een even lucratief als teleurstellend resultaat. Hun Pacino-policier Insomnia was om bij in slaap te vallen, illusionistenthriller The Prestige was aardig verteld maar bepaald niet mind blowing, en de twee Batmanfilms leken ontzield door het schrappen van de karakteritieke Gotische vormgeving.

Maar bankable zijn ze, die broertjes Nolan. Regisseur Chris heeft nu een very big budget actie-SF mogen maken die ook het brein van de meest kritische kijker moet bevredigen. Maar na het bekijken van Inception voelt het toch vooral rauw aan in de bovenkamer.

Cobb (Leonardo DiCaprio) is een dief. Hij steelt top secret bedrijfsinformatie door in te breken in de dromen van top executives. Dat kan hij dankzij een techniek waarbij je fysiek aangesloten wordt op het – bedwelmde – slachtoffer. De inbreker behoudt zijn bewustzijn en kan zelfs de omgeving van de droom ontwerpen. Voor zijn laatste opdracht verzamelt Cobb een team mede-extractors en gaan ze de diepte in: een droom in een droom in een droom van een schatrijke zakenman. Ze worden belaagd door bodyguards van het slachtoffer die, hoewel slechts projecties van diens onderbewustzijn, verdraaid dodelijk kunnen zijn. En last but not least gooit Cobbs overleden vrouw roet in het eten.

Inception wil graag high brow entertainment bieden. Er wordt gesmeten met abstracties als droom en onderbewustzijn. Maar, net als in The Matrix en zoveel andere pretentieuze SF, we worden vooral bedolven onder kinderlijke game-regeltjes die ons wijs moeten maken wanneer het spannend wordt. En zodra Nolans scenario vast dreigt te lopen slaat het Tolkiensyndroom toe, komt hij met een ad hoc regeltje dat een vorig regeltje moet bijbuigen. Voorbeeld: Je kunt wakker worden door zelfmoord te plegen. Tenzij… je verdoofd bent, als je DAN zelfmoord pleegt blijf je voor eeuwig in Limbo hangen – whatever that may be.

Verder lijkt de mindfuckconstructie van een droom in een droom in een droom toch vooral een smoes om van de ene scène naar de volgende te kunnen knallen. Dat is hard nodig, want de film is vergeven van de actie en actie is bij bordkartonnen personages al snel saai. Nolan doet wel moeite om ons emotioneel bij Cobb te betrekken door hem met een trauma op te zadelen, maar die wonde komt kunstmatig over. En mede door de muzak die onder alle scènes door blijft galmen wordt een dramatische opbouw onmogelijk.

Maar echt killing voor Inception is het gebrek aan fantasie. Hoe dicht film ook tegen droom kan aanleunen, Nolans dromen ogen helemaal niet als dromen. Dit zijn geen universa waarin alle natuurwetten van de wakkere staat in de prullenmand zijn beland, waarin alles kan gebeuren en niets is wat het lijkt. Niks geen Spellbound. Nolans dromen zien eruit als ordinaire kopieën van de ons bekende wereld – op z’n best parallelle werkelijkheden. Slechts een paar maal worden we getrakteerd op surrealistische CGI-beelden, een omvouwende stad, een Eschertrap en een trein die zonder rails door de stad dendert, maar functioneel zijn die nauwelijks. En 17 jaar na Jurassic Park valt het bioscooppubliek hierdoor echt niet meer van zijn bioscoopfauteuil.

Inception doet het goed aan de kassa. Hollywood zal dus nog steeds in haar nopjes zijn met Nolan. Maar kritische filmliefhebbers zullen zich afvragen of Tinseltown wel gebaat is bij dit soort ‘geniale’ Europese auteurs die met hun mindrapes niet in staat zijn om ons werkelijk te betoveren.

Inception
Dromen zonder surrealisme