Doodstrafpamflet met wel zeer radicale wending

Paul Armstrong (Sean Connery) is een professor in de rechten. Hij heeft al twintig jaar geen 'zaak' meer aangenomen, maar besluit een uitzondering te maken als een zwart omaatje zijn hulp inroept om haar kleinzoon van de elektrische stoel te redden.

Deze Bobby Earl (Blair Underwood) wordt beschuldigd van het ontvoeren en vermoorden van een meisje, acht jaar geleden. Bobby zweert onschuldig te zijn, en beweert dat zijn bekentenis hem hardhandig is afgedwongen door zwarte politieman Tanny Brown (Laurence Fishburne).

Armstrong reist af naar de Everglades om de waarheid te achterhalen, maar wordt tegengewerkt door Brown en de rest van de plaatselijke bevolking. Een tip van een medegevangene van Bobby, seriemoordenaar Sullivan (Ed Harris) brengt Armstrong op het juiste pad brengt. Of is het juist een dwaalspoor?

'Just Cause' (regie: Arne Glimcher) opent met een anti-doodstraf speech van Armstrong, waarin hij stelt dat een terminale straf even wreed is als moord met voorbedachte rade. Bovendien merkt hij op dat er zeven maal zoveel zwarten die blanken hebben vermoord ter dood veroordeeld worden, als blanken die zwarten hebben vermoord. De toon lijkt hiermee gezet: dit wordt een politiek correcte 'onrecht-film'.

Maar omdat de makers wilden voorkomen dat Just Cause een voorspelbaar pamflet zou worden à la genreklassieker 'To Kill a Mockingbird' (met Gregory Peck; onlangs op de buis geweest), gaven ze het verhaal een radicale wending waardoor de film echter een verkapt pleidooi wordt voor doodstraf en andere reactionaire geloofsartikelen - aan het eind van de film rekent de anders zo geweldloze professor zelfs met blote handen af met de moordenaar.

Wat die onverwachte wending betreft, in de persmap wordt de recensent met klem gevraagd om niets cruciaals van de plot te laten uitlekken omdat er anders geen spanning overblijft voor de kijker. Van spanning is echter überhaupt weinig sprake; Armstrongs onderzoek vordert zo soepeitjes dat het publiek al rap de nodige conclusies trekt, en het pseudo-einde op driekwart van de film maakt een wending even vanzelfsprekend als voorspelbaar.

Al met al is 'Just Cause' een routineuze Hollywoodproduktie geworden met een routineuze Sean Connery als publiekstrekker. Het zijn alleen de bijrollen die de film nog wat vuur geven. Laurence Fishburne als politiebeul die Russisch roulette speelt in Underwoods mond geeft een nieuwe dimensie aan de broeierigheid van het Deep South. En Ed Harris, een acteur die zoveel indruk maakte in 'The Right Stuff en 'The Abyss', zet een abjecte, buitengewoon fascinerende serieslachter neer, die obscene brieven schrijft aan de familieleden van zijn slachtoffers.

Glimcher had beter deze personages als uitgangspunt kunnen nemen in plaats van nul-nul-zevens met ringbaardjes en vermeend onverwachte wendingen.