Charisma als seksueel geweld

'La Condanna', alweer de zestiende film van de Italiaanse regisseur Marco Bellocchio, is gebaseerd op een verkrachtingszaak die in het Italië van de jaren tachtig de nodige stof heeft doen opwaaien. De zaak begon met de beschuldigingen die een jonge vrouw tegen een architect uitte: seksueel misbruik en onbewuste vrijheidsberoving. Essentieel hierbij was dat de verkrachting niet had plaatsgevonden op basis van fysiek geweld, maar op basis van charisma.

De vrouw in kwestie was een studente die na een rondleiding in een museumkasteel ingesloten raakte en er de nacht moest doorbrengen. Toen ze ontdekte dat er met haar ook een man vastzat raakte ze in paniek, maar nadat hij haar met indrukwekkende sensuele kunst-retorica had gerustgesteld, gaf ze zich vol passie over aan zijn dierlijke aantrekkingskracht. Na afloop voelde de vrouw zich bevredigd en ontspannen. Totdat bleek dat de architect de sleutels van het kasteel op zak had. De vrouw voelde zich belazerd, en klaagde haar belager aan wegens verkrachting. De man werd inderdaad voor dit delict veroordeeld.

Het gegeven bood Bellocchio "een aanknopingspunt voor een filmische analyse van de machtsverhouding tussen man en vrouw'. Ik wil aandacht vestigen op het herkennen van onzichtbaar geweld, dat vaak in 'normale' man-vrouw relaties verborgen ligt. De centrale vragen die ik aan de orde wil stellen zijn: wanneer is er sprake van geweld, in welke mate en wie hanteert het. In 'La Condanna' heeft de schuldvraag te maken met de omstandigheden waarin geweld wel of niet wordt geaccepteerd."

Heel interessant allemaal, en Bellocchio toont zich een scherp analyticus, maar dat wil nog niet zeggen dat zijn filmische interpretatie geslaagd is. 'La Condanna' (1991, bekroond met de Zilveren Beer) zwicht onder explicaties, pretenties en intellectualisering. Bellocchio wekt dezelfde wrevel op als Tarkovsky, maar mist diens geniale camerawerk en sfeertekening.

Laten we de kritiek chronologisch onder de loep nemen. In de eerste plaats vond Bellocchio het nodig het verleidingsspel tussen de architect (voortreffelijke rol van Vittorio Mezzogiomo) en de studente (Claire Nebout) symbolische neveneffecten mee te geven. Zo ontspoort de mimiek van hun voorspel in een modernistisch School-voor-de-Expressie-ballet waardoor het kat-en-muis-spel kunstmatig en dus ontgeild wordt. Verder maakt de daar op volgende neukscène de indruk van schijnseks (Mezzogiorno's gulp blijft dicht).

Wat wil Bellocchio hier nu eigenlijk mee? Moeten deze aardse scènes met behulp van een klodder surrealisme van obligate diepgang voorzien worden? Dergelijke pretenties vind je ook terug in de 'charismatische' monologen, die Mezzogiorno (lees Bellocchio) oplepelt om Nebout op te geilen. Opgeblazen kunstpraat vol loodzware parallellen tussen schoonheid en seks. Misschien intrigerend voor een eerstejaars kunstgeschiedenismaagd, maar niet voor een kritisch bioscooppubliek.

Tijdens het tweede gedeelte van La Condanna, dat zich afspeelt in de rechtszaal, vergrijpt regisseur/schrijver Bellocchio zich aan een scenario-stoplap: tijdens Mezzogiorno's verklaring voor de rechter laat hij de camera plots inzoomen op de openbare aanklager (Andrzej Seweryn), waarna de rechtbankscène onderbroken wordt met beelden van diens seksuele problemen met zijn vriendin. In eerste instantie wekt deze omslag verbazing op (wat hebben we in hemelsnaam te maken met het seksleven van de aanklager?), maar gaandeweg wordt duidelijk dat deze perspectiefverschuiving een stijltruc van Bellocchio is om zijn ideeën over machtsthematiek uit te diepen: Seweryn krijgt de functie van explicateur.

De openbare aanklager kent namelijk dezelfde drang als Mezzogiorno, maar mist diens zelfvertrouwen. Ook hij is een potentiële 'verkrachter' die echter geen gehoor wil geven aan zijn gewelddadige drang, en door deze tweestrijd zijn vrouw niet kan bevredigen. Deze parallel tussen beklaagde en aanklager is storend, al geeft ze bij tijd en wijle aanleiding tot een interessante dialoog tussen beide geesten.

Het laatste gedeelte van de film kan het beste worden omschreven als een surrealistische contemplatie. Bellocchio laat het realisme voor wat het is, en speelt zó vrijelijk met personages en filosofieën dat je blij bent als de credits verschijnen. Zootje ongeregeld met academische allure. Na al deze kritiek moet nadruk gelegd worden op een sterk pluspunt van 'La Condonna': de moraal van de regisseur.

Het is duidelijk dat Bellocchio geen gemakzuchtig waardeoordeel heeft wil vellen; dat hij zowel respect heeft voor het lef van de architect, die met zijn geweldloze machtsspel het onderste uit de passionele kan haalt, als voor de verontwaardiging van de vrouw die zich bedrogen voelt en daardoor in zekere zin ook verkracht. Nogmaals: aan inzicht ontbreekt het Bellocchio niet. 'La Condonna' was ongetwijfeld een zeer interessant essay geweest.