Afschrikwekkende anti-geweldsfilm voor de liefhebbers van filmgeweld

Haat kweekt haat, is het niet mis te verstane motto van 'La Haine'. De regisseur zegt met zijn randjongerenfilm vooral de autoriteiten te willen provoceren. Toch is zijn toon eerder hardcore pedagogisch dan pamflettistisch. Een afschrikwekkende film, ook voor liefhebbers van filmgeweld.

Het is een feit dat gewelddadige films de kijker kunnen beïnvloeden. Niet alleen omdat alle kunst beïnvloedt - zeker een populistisch medium als film - maar vooral omdat filmgeweld zo fotogeniek is. Verder is het een feit dat geweld in films verheerlijkt wordt. Of het nu gaat om het gangstergeweld van Scorsese of het stripgeweld van Rodrigues ('Desperado'), de makers proberen hun slachtpartijen altijd met zoveel mogelijk flair te verbeelden.

De auteur mag echter nooit verantwoordelijk worden gesteld voor de invloed van zijn filmgeweld (denk aan de psychopaat die inspiratie putte uit 'Taxi Driver' om de voormalige Amerikaanse president Reagan neer te schieten) - film blijft fictie. De vraag is echter of het geweld in de Franse randjongerenfilm 'La Haine' nog wel fictie genoemd kan worden. Feit is dat de jonge regisseur Mathieu Kassovitz hem zo overtuigend heeft geregisseerd dat niemand er een kick uit zal kunnen krijgen.

De joodse Vincent, de Arabische Saïd en de zwarte Hubert wonen in een deprimerende buitenwijk van Parijs. Ze zijn alle drie werkloos en gefrustreerd, en worden voortdurend door de politie lastig gevallen omdat ze Vincent Cassel, Hubert Kounde, Saïd Taghmaoui in 'La Haine': Van de straat geplukte jongeren spelen glansrijk zichzelf aan rellen hebben meegedaan.

Als ze een vriend in het ziekenhuis opzoeken worden ze door de bewakers eruit gesmeten; als ze bij een dealer aanbellen worden ze door de politie meegenomen en op het bureau gemolesteerd. Vooral Vincent gaat steeds meer door het lint. Hij loopt met een pistool te zwaaien dat hij van de politie heeft gepikt en wil een agent koud maken als vergelding voor de moord op een Arabische jongen.

Hubert probeert hem tot zinnen te brengen maar een confrontatie kan niet uitblijven. Aan het begin van de film zien we hoe Vincent een beruchte Taxi Driver-monoloog voor de spiegel afsteekt: "Are you talking to me?" Lekker psychopatisch. Maar wanneer anderhalf uur later de eindcredits langsdrijven, heeft niemand meer bluf voor Taxi Driver-machismo.

Want La Haine is ademstokkend. Hij drijft op geweld - geen adrenalitisch filmgeweld, maar lelijk straatgeweld. De relletjes, Russisch roulette, de knokpartij met de skinheads, het politieverhoor: je wordt er eerder misselijk van dan opgefokt. Interessant is dat het feitelijke geweld zeer sporadisch is, maar dat Kassovitz de sfeer zo geladen maakt dat je voortdurend op je hoede bent. Net als Vincent, Saïd en Hubert.

Natuurlijk kan een film over betondorp-misère nooit een groot succes worden. En dat is La Haine toch in alle opzichten gebleken: de film kreeg de prijs voor beste regie in Cannes, ontlokte jubelende recensies in het intellectuele filmblad Les Cahiers du Cinéma, en trekt lange rijen voor de kassa. Wat 'La Haine' tot een meesterwerk maakt is Kassovitz' balans.

Hij compenseert de ellende met aanstekelijke puberhumor (Vincent verknipt Saïds haar die daarop in paniek raakt), met fel acteerwerk (de straatacteurs spelen zichzelf onder hun eigen naam), met een betoverend mooie, soms experimentele filmstijl (hallucinerende geluidseffecten, vreemde droom-camerastandpunten vanuit een helikopter) en met een entertainend tempo (de film beslaat een dag). Hij maakte van een pamflet een compleet kunstwerk. Kassovitz is er als eerste cineast in geslaagd om een overtuigende anti-geweldsfilm te maken voor liefhebbers van filmgeweld.