80 procent boerensluwheid

‘Invented drugs’. Wie met deze zoektermen Google afstruint zal opvallen hoe vaak niet-bestaande dope voorkomt in films. Van A Clockwork Orange tot Star Wars, van Minority Report tot A Scanner Darkly, er wordt wat weggeslikt, gespoten en gesnoven in volbloed en halfwas science-fiction. Die populariteit is even begrijpelijk als bedenkelijk. Aangezien het effect van niet-bestaande drugs helemaal door de scenarioschrijver bepaald kan worden, kan die er dus ook op los fantaseren. Oftewel: slappe plotjes opkloppen met zogenaamd mind expanding wendingen. Desgewenst laat hij zijn held naar andere planten wegzweven, telepatisch worden, in andermans huid kruipen of helderziend worden. Anything goes. Maar als alles mogelijk is, is er doorgaans weinig spanning.

Het aardige aan Limitless is dat de high nu eens niet verschrikkelijk over the top is. Het effect klinkt zelfs bijna aannemelijk: de drug in deze film stelt de gebruiker in staat om in plaats van 20% - zoals gewone stervelingen – de volle 100% van zijn hersenen te benutten. De filmmakers hebben zich echter in één ding verslikt: hoe zet je een overtuigende 100%’er neer als je zelf maar 20% tot je beschikking hebt?

De 100%’er is Eddie (Bradley Cooper). Tenminste, die gaat hij worden. Eerst is hij nog would be schrijver die worstelt met een writer’s block. Zijn vriendin is zijn geklooi en geparasiteer zat en geeft hem de bons. Geen vrouw, geen werk en straks geen huis meer - tijd voor escapisme! Van een vriend krijgt hij een experimentele drug. Het pilletje maakt hem niet zozeer stoned als wel helder. Waanzinnig helder. Alle kennis die hij ooit heeft opgedaan komt boven en hij weet die info razendsnel te combineren. Binnen enkele dagen kan hij virtuoos piano spelen, spreekt hij tientallen talen, is hij master in Kung Fu en heeft hij de Great American Novel geschreven. Nog wat later verdient hij bakken met geld op de beurs en wordt hij adviseur van een financiële big shot (Robert De Niro). Maar de drug is wel een drug. En de pilletjes raken op. Burn out? Afkicken kon wel eens afsterven betekenen.

Een teleshot dat dwars door de straten zoomt en oneindig door lijkt te gaan. Minutenlang. Met dit hallucinatoire startschot wordt duidelijk dat we filmisch verwend gaan worden. En jawel hoor, regisseur Neil Burger (The Illusionist) bewijst zich als een hippe cineast - type Guy Ritchie - die ons met vlotte montage, absurde macro’s, verzadigde kleuren en ontzettend lekkere muziek helemaal inpalmt.

De eerste helft van de film weet hij bovendien uitstekend te doseren. We leren Eddie intiem kennen door een voice-over en pretty boy Bradley Cooper zet zowel de loser-met-potentie als zijn briljante alter ego overtuigend neer. Limitless krijgt zelfs beklemmende trekjes als Eddie tijdens een 18-urige party black out foute dingen doet en zijn vriendin meesleurt in zijn verslaving. Een volwassen SF?

Niet echt. Want dat Eddie slim is wordt ons meer verteld dan dat dit uit inventieve handelingen of diepe wijsheden blijkt. Geen inzichten op quantummechanisch vlak, wel veel retorica in de vaagste aller disciplines: economie. Scenarioschrijver Leslie Dixon (Mrs. Doubtfire) probeert ons te bewierroken met yuppiaans jargon en modebegrippen als pattern recognition, in de hoop dat wij ons niet afvragen of het eigenlijk wel intelligent is om zo rijk te willen worden.

En zo glijdt een veelbelovend verhaal over een kwetsbare schrijver af in een masturbatiefantasie van coke snuivende Wall Street boys, die ervan dromen dat de wereld meegaat in hun high, hongerig naar erkenning voor hun bar room brawls en amfetaminische seksdrive. Een voorspelbaar einde blijft ons bespaard, maar Eddie’s lot laat ons dan al koud.

Limitless is een lekkere film en een gemiste kans. Hij doet je afvragen waarom er in in sci-fi nooit eens een drug uitgevonden wordt die een mens werkelijk slim maakt. Misschien omdat er bij ‘wijs’ geen vlotte montage, absurde macro’s, verzadigde kleuren en ontzettend lekkere muziek passen?

Limitless
Virtuoos pianospelen in drie dagen