Folklore op het randje van de afgrond

In 1989 werd het filmfestival van Cannes verrast met een bijzondere film over een zigeunergemeenschap, getiteld 'Dom za Vesanje', beter bekend als 'Time of the Gypsies'. ‘Time of the Gypsies’ maakte indruk omdat hij enerzijds een betoverend en komisch beeld gaf van zigeuners, maar aan de andere kant alle vooroordelen bevestigde: hun bestaan dreef op een poel van diefstal, vrouwenhandel, kinderarbeid, gedwongen prostitutie, en hardcore alcoholisme.

Al met al maakte 'Time of the Gypsies' een realistische indruk, mede omdat regisseur Emir Kustarica (nu door Hollywood geannexeerd) maandenlang tussen de zigeuners leefde, acteurs uit deze gemeenschap had gecast en ze hun eigen taal liet spreken. Maar film blijft fictie, en fictie impliceert vertekening.

Voor een waarheidsgetrouwe impressie van de zigeunercultuur kunnen we vanaf 1 september in 't Hoogt terecht bij een Nederlandse documentaire getiteld 'T'aves Bachtalo!', oftewel 'Moge U gelukkig worden!'. Het is echter de vraag of dit regiedebuut van Marie-Claire Pijman ons ook werkelijk meer vertelt over de wereld der zigeuners.

Pijman volgde drie verschillende Roma-zigeunergemeenschappen in Transsylvanië (Roemenië) gedurende een winter en een zomer. Eén persoon stond steeds centraal. Zo leren we straatveegster Olga kennen, moeder van zeven kinderen wier echtgenoot in de gevangenis verblijft. Elke dag moet ze zwoegen om haar kroost te onderhouden, en soms overweegt ze een koter aan het weeshuis af te staan.

Verder worden varkenshoeder Aurel geportretteerd - die druk bezig is een huisje voor zijn gezin te bouwen voordat de winter weer in alle hevigheid toeslaat - en zigeunerleider Janos die voor de zoveelste keer aan de burgemeester duidelijk maakt dat de levensomstandigheden in de kampementen onmenselijk zijn en er een nijpende behoefte is aan medische verzorging.

Alle geïnterviewden hebben hetzelfde relaas over werkloosheid, armoede en ziekte. Dit geweeklaag wordt bevestigd door de beelden: enorme families gehuisvest in schamele krotten zonder riolering of elektriciteit verkeren in uitzichtloze middeleeuwse situaties. Heel naar allemaal, maar het is me niet duidelijk wat Pijman ons met deze beelden over de zigeunerwereld wil zeggen.

Haar editor heeft de impressies zo lukraak aan elkaar geplakt dat er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen de verschillende gemeenschappen, terwijl Pijman zelf nauwelijks ingaat op hun ongetwijfeld rijke cultuur (ja, je ziet ze houten lepels maken en viool spelen, maar daar heb je het wel mee gehad...) en zo weinig historische achtergronden geeft dat alleen de persmap bepaalde motieven van de zigeuners kan verklaren (hierin staat onder meer dat Ceaucescu hen een reisverbod heeft opgelegd, dat nu – vijf jaar na de revolutie -nog steeds van kracht is).

Wat overblijft, is een bijna inwisselbaar relaas over armoede en een monotone aanklacht tegen autoriteiten: de burgemeester en de grondeigenaren krijgen de zwarte pieten toegeschoven - 'discriminatie en laksheid' - terwijl de onstuimige drang van de zigeuners om zich voort te planten zonder aan de consequenties te denken (tien à veertien kinderen is geen uitzondering) wordt afgedaan als speelse folklore.

Me dunkt dat het zigeunerwezen te kort wordt gedaan met dit typisch Nederlandse moraalschetsje, en dat het meer gediend is met het criminele, maar in ieder geval zelfbewuste beeld dat van hen geschapen werd in 'Time of the Gypsies'.