Anonieme guerrilla met kraalogen

Een maker van tekenfilms heeft twee belangrijke troeven in handen. Hij kan geweld laten escaleren zonder dat hij door een lobby boze ouders op de vingers getikt wordt (het is 'maar' tekenfilm). En hij kan dieren karakter geven. Terwijl echte dieren zich hoogstens laten profileren door mensen te redden of op te vreten, kunnen tekenfilmdieren volledig vermenselijkt worden. En dus aantrekkelijk gemaakt. Anders gezegd: niemand zou van Donald Duck gehouden hebben als-ie uit een kinderboerderij was geplukt.

Inmiddels heeft de digitale revolutie de grens tussen animatie en fysieke cinema vervaagd. Een prima zaak als de filmmaker uitgestorven dieren wil reanimeren (dino's in ‘Jurassic Park’) of ontrainbare dieren wil bijsturen (spinnen in Arachnaphobia), maar een dubieuze gimmick als hij tekenfilmeffecten wil geven aan echte dieren. Dat is te merken aan ‘Mouse Hunt’ van ex-reclame regisseur Gore Verbinski.

Wijlen pa Smuntz laat zijn zoons Ernie (Nathan Lane) en Lars (Lee Evans) niet veel soeps achter: een touwfabriek en een bouwvallig huis. De fabriek mogen ze niet verkopen, maar het huis wel en dat blijkt het geesteskind van een beroemd architect. Miljoenen waard. Voordat ze het in de veiling gooien besluiten ze het nog even op te knappen. Eén probleempje: er is een muis. Geen gewone muis, maar een hyperintelligente muis. Hij begint een guerrilla-oorlog tegen de broers, die op hun beurt terugslaan met een monsterkat (Catzilla) en een professionele muizenmoordenaar (Christopher Walken). Onschuldig slachtoffer wordt natuurlijk het huis zelf.

'No animal was harmed in the making of this film', staat er bij de eindcredits. Dat staat zo'n beetje onderaan iedere film waar een mug in voorkomt, maar in dit geval van ‘Mouse Hunt’ krijgt het lading omdat er voor de hoofdrol maar liefst 60 look-alike muizen werden gebruikt: voor iedere specifieke scène een muis met een specifieke training (springer, klimmer, pakker). Voor de gevaarlijke en virtuoze 'stunts' werden digitaal geanimeerde muizen ingezet die niet van echte zijn te onderscheiden.

Hoe geraffineerd ook, de computeranimatie beklemtoont de mislukte opzet van film: Mouse Hunt wil eigenlijk een tekenfilm zijn. Niet alleen is het geweld - zelfs voor slapstick - te grotesk (Ernie wordt bij gasontploffing via schoorsteen gelanceerd naar bodem bevroren meer), de behaarde hoofdrolspeler komt helemaal niet uit de verf. Je ziet hem nooit eens gemeen kijken als hij een sluwe val heeft opgezet, nooit eens diabolisch lachen; steeds diezelfde kraalogen en snorharen.

Hij blijft een grijze muis dus, en dat betekent voor producent Steven Spielberg een commerciële flater: een anonieme held is onmogelijk als knuffelbeest te ver-'mechandisen'. Wat rest is een aardige familiefilm met aardige grappen en een zoet einde. Maar liefhebbers van tekenfilms houden niet van aardigheid. En al helemaal niet van een zoet einde. Die willen bloed geproefd hebben als 'No animals...' onderaan de credits verschijnt.