Het wijsvingertje van een luie verteller

Voor sommige filmpuristen is de voice-over een faux pas. Een filmverhaal moet je met beelden vertellen, niet met een microfoon! Toch kan zo’n stem bijdragen aan de sfeer van de film en zelfs onmisbaar zijn om het verhaal te vertellen.

Zo voorziet Michael Moore zijn documentaires van instant ironie door de voice-over te laten wrijven met de beelden. En in een béétje film noir maakt de private eye ons met zijn cynische commentaar ingewijden van zijn onderwereld. Soms zorgen meerdere voice-overs voor verschillende perspectieven (‘Casino’). Of heeft de verteller geen gezicht, waardoor de stem een alwetende dimensie krijgt (postapocalyptsche ‘Mad Max’). Bijna noodzakelijk is de voice-over bij verfilming van literatuur die in de eerste persoon geschreven is; alleen zó kan de kijker betrokken worden bij de innerlijke wereld van de schrijver (‘Sophie’s Choice’).

Maar eerlijk is eerlijk: de voice-over wordt vooral misbruikt door scenarioschrijvers die te lui zijn om woorden in beelden te vertalen. Komedie ‘My One and Only’ is geschreven door zo’n luilak.

New York, eind jaren vijftig. Succesvolle bandleider Dan (Kevin Bacon) en zijn vrouw Anne (Renée Zellweger) hebben nog maar één ding gemeen: ze zijn ieder een beroerde ouder. Toch besluit Anne de twee jongens onder haar hoede te nemen als ze haar man na diens zoveelste seksuele escapade verlaat. Eén probleempje: Anne heeft nog geen dag van haar leven gewerkt. En accepteert geen cent van manlief. Maar pragmatisch als ze is probeert ze met haar good looks een rijke man aan de haak te slaan. Al valt dat niet mee. Een bankroete ex-minnaar, een kolonel met psychopatische trekjes, een polygamistische middenstander, een bemiddelde aanrander en nog wat misfits passeren de revue. En dan slaat ook nog eens het noodlot toe.

Al na een paar scènes van ‘My One and Only’ ruik je onraad: overal blinkende Cadillacs, mannen in prachtige pakken en vrouwen in koddige jurken, gezellige diners met kettingrokers en een soundtrack vol rock ’n roll en vlotte jazz. Alsof regisseur Richard Loncraine (verantwoordelijk voor gammele thriller ‘Firewall’) ons wil versieren met nostalgische cliché’s. Of denkt hij dat een aantrekkelijke film een optelsom is van fotogenieke ingrediënten? Hij probeert er in ieder geval twee cruciale fouten mee te verdoezelen.

Om te beginnen de miscasting. Renée Zellweger kan onmogelijk doorgaan voor een oogverblindende mannenmagneet. En Kevin Bacon komt met zijn verkrampte fysiek niet over als de playboy-bandleider die hij moet neerzetten. Daarbij weten de acteurs zich geen raad met hun vlakke personages en kiezen ze voor overacting, omdat ze als karikaturen nog het best aansluiten op de hilarische toon van de film.

Even zo ondermijnend is de voorspelbaarheid. Al na twee dates weet je dat er nog een half dozijn sukkels zullen opdraven. En dat geen van deze misfits haar hart zal winnen. Nou kan juist voorspelbaarheid een komedie ruggegraat geven, maar ‘My One and Only’ wil meer zijn dan grappig. Ergens suggereert een moralistisch vingertje dat een opportunistische vrouw meer respect verdient dan een oprechte hoer.

Sterker nog, de film heeft een literaire zweem over zich. Het verhaal wordt in een voice-over verteld door de jongste zoon, die journalistieke ambities koestert en op milde toon commentaar levert op menselijke tekortkomingen. En omdat de film uiteindelijk een even dramatische als vergezochte wending maakt, denk je even met een autobiografie te maken te hebben, vertelt door de auteur in zijn jonge jaren. Maar verder dan 'losjes gebaseerd op het leven van acteur George Hamilton' komen we niet. Het scenario is geschreven door ene Charlie Peters, verantwoordelijk voor ‘3 Men and a Little Lady’, de sequel(!) van ‘3 Men and a Baby’. Hij had gewoon een stoplap nodig om een eind te breien aan zijn scenario. Faux pas!

My One and Only
Renée Zellweger als mannenmagneet