Mislukte kruising tussen Arthur Rimbaud en MTV

Johnny (David Thewlis), hoofdpersonage in Mike Leigh's 'Naked', is een sloeber uit de goot van Manchester. Na een ruzie met een hoertje moet hij zijn woonplaats ontvluchten en probeert hij onder te duiken bij zijn ex-vriendin Louise (Lesley Sharp) in Londen. Louise zelf blijkt niet thuis maar hij wordt binnengelaten door huisgenootje Sophie (Katrin Kartlidge), een zeurderig punkje dat haar tijd doodt met zuipen en neuken. Johnny duikt met haar de koffer in. Uit verveling.

Ze wordt echter smoorverliefd op hem en begint hem, zodra Louise thuis komt, te claimen. Waarop Johnny halsoverkop de kuierlatten neemt en de donkere, ijskoude stad induikt. Hij slentert wat rond, ruziet met een junkie over diens vriendin, discussieert met een nachtportier over Nostradamus, en flirt met een koffiemeisje over de toonbank. Uiteindelijk wordt hij in elkaar geslagen door een bende opgefokte etters en strompelt hij vol beurse plekken terug naar Louise. Daar ligt echter opeens een enge yup in bed.

Volgens de persmap presenteert regisseur Mike Leigh zijn Johnny als een ambivalent karakter, als een complexe persoonlijkheid waar je je moeilijk mee kunt identificeren ("even grappig als treurig, even mooi als lelijk, even meevoelend als walgelijk en even verantwoordelijk als opstandig").

Die schets is niet correct. Johnny fungeert duidelijk als een romantisch rolmodel voor intellectuele schijnanarchisten die graag flirten met de zelfkant: zijn minachting voor bezitsdrang en loonslavernij, zijn welbelezenheid, zijn associatieve grappen-salvo's en vooral zijn sarcastische eloquentie doen het veel te goed in dergelijke kringen. Johnny is niet de beoogde schizofrene anti-held van het fin de siècle, maar een lekker trendy kruising tussen Arthur Rimbaud, Lenny Bruce en MTV. Mike Leigh gokt er wel degelijk op dat we ons met hem zullen identificeren.

Leigh gokt verkeerd. Na een half uur heb je genoeg van Johnny's scherpe tong en duivelse charme. Zijn zwerversmentaliteit ontmasker je als parasitisme, zijn wise cracks als verminkte citaten, zijn sarcasme als gezeur. Johnny degradeert van een fascinerend vat vol tegenstrijdigheden tot een gewone slappe opportunistische zak die zich verschuilt achter boekenkennis. Geen Rimbaud. Geen Bruce. Zelfs geen MTV. Je ervaart het bijna als een opluchting als hij op zijn bek geslagen wordt.

Maar ook de bijrollen maken 'Naked' niet overtuigend genoeg. Sophie is te nadrukkelijk ordinair, het bloedmooie maar contactgestoorde koffiemeisje en de existentialistische portier zijn te romantisch, de yup is te stereotype. Het lijkt wel of Leigh de rauwheid van zijn Finse collega Kaurismäki probeert te imiteren, maar zich te veel in pretenties verliest.

Waarom 'Naked' dan toch twee prijzen in Cannes wegkaapte en met veel tamtam op het filmfestival in Rotterdam vertoond wordt? Misschien omdat Leigh met 'High Hopes' (knap uitgebalanceerde maatschappijkritische tragikomedie over leven in Thatcheriaans Engeland) zo'n reputatie heeft opgebouwd. Of omdat David Thewlis zijn hoofdrol zo weergaloos speelt. Of - en dat lijkt me de meest waarschijnlijke reden - omdat een sarcastisch intellect als Johnny het gewoon goed doet bij festivallopers.