Ongewenste antwoorden tegen ademstokkend decor

'Aards ruimteschip landt op vreemde planeet, krabachtige alien bevrucht astronaut, foetus muteert in buitenaards bijtbeest, bijbeest vreet bemanning op'. Met zo’n synopsis en de tagline In space no one can hear you scream, is ’t niet zo vreemd dat snobby recensenten in 1979 geneigd waren Alien af te doen als B-film. Filmfreaks wisten beter. Ze herkenden een klassieker – niet vanwege het verhaal, maar vanwege de atmosfeer. De levensechte, industriële uitstraling van het aardse ruimteschip was een verademing in een genre dat gedomineerd werd door de cleane, kinderavontuurlijke look van Star Wars. Daarbij zette de hyperventilatieve vertolking van theateractrice Sigourney Weaver – een rol geschreven voor een man – een nieuwe standaard voor filmamazones. En bezorgde de loeistrakke, suggestieve regie van commercialfilmer Ridley Scott je ook na 10 keer herzien gemene hartkloppingen. Alien was een instant cultfilm.

Wat Alien tot Kunst maakte was de hand van H.R. Giger. Deze Zwitsterse schilder/’sculpteur’ is gespecialiseerd in Lovecraftiaanse, bio-mechanische ontwerpen met een diepseksuele lading. Scott was zo onder de indruk van Gigers kunstboek Necronomicon, dat hij hem inhuurde voor de art direction. Met overdonderend resultaat. Giger ontwierp een metamorfische alien, een even sierlijk als agressief wezen met penisachtige, oogloze schedel en uitwendig, insectachtig skelet. Dit was geen man-in-rubberen pak (wat het wel was), maar een creatuur dat zich rechtstreeks uit ons onderbewustzijn naar ons netvlies had gevroten. Nog meer indruk maakte Giger met het decor van de buitenaarde planeet en dito ruimteschip: zo onheilspellend, zo overtuigend onaards, dat we getuigen leken van een close encounter. Alien was écht alien.

33 jaar hebben we moeten hunkeren naar een nieuwe Alien. Van Scotts hand dan. Om onverklaarbare reden werd de regisseur niet gevraagd voor sequels Aliens, Alien³ en Alien: Resurrection, die dan ook niet in de schaduw kunnen staan van het origineel. Inmiddels is het monster zodanig uitgemolken (“They squeezed it dry. I saw him in Disneyland, Jesus Christ!”) dat Scott er niets voor voelde om de alien te reanimeren. In plaats daarvan richtte hij zich op de geschiedenis van de vreemde planeet. Scotts sequel werd een prequel: Prometheus.

Over het verhaal gaan we zo min mogelijk verklappen. Wel is het raadzaam om eerst Alien te zien, maar dat is toch verplichte kost voor iedere filmliefhebber. Prometheus roept veel echo’s op aan het origineel. Opnieuw landt een aards schip op een vreemde planeet en is er sprake van een charmante robot en een opdrachtgever met hidden agenda. Dit keer stuiten de astronauten niet op een alien, maar op een achterneef van De Mens. Op een behoorlijke bad hair day.

Onze diepste angst en dito verwondering zullen we nooit op het filmdoek treffen. Die zit tussen onze oren. Dat weet Scott als geen ander. In de klassieker krijgen we het bijtbeest maar een paar seconden te zien, terwijl we in het ongewisse blijven over het buitenaardse ruimteschip en de overblijfselen van de piloot. Maar nu de alien ijshorentjes verkoopt in Disneyland en Scott zich wil focussen op de mystiek hebben we een probleem: geen angstbron want geen bijtbeest, en minder verwondering want verklaring. Terwijl we helemaal niet willen hoe het zit. Daar hebben we namelijk zelf al 33 jaar over kunnen fantaseren.

Onverwachte tegenvaller zijn dit keer de personages. De cast, met Noomi Rapace, Michael Fassbender, Charlize Theron, Guy Pearce en Patrick Wilson toch behoorlijk likkebaardbaar, is verspild aan archetypen. Zelfs Rapace, die in de Millennium-trilogie toch een gaatje in het doek brandde, mist dit keer haar laser als stripboekwetenschapper. Daarbij worden sommige nevenpersonages zo onverklaarbaar banaal neergezet, dat we naar een - heel erg kostbare - B-film lijken te kijken.

Dat iedereen Prometheus toch moet zien, en moet herzien, is vooral te danken aan de stijl van H.R. Giger. Prometheus bevat zulke schitterende decors dat we het magere scenario met open mond slikken – eigenlijk net zoals bij het origineel. Maar een klassieker zal Prometheus nooit worden. Al was het alleen maar omdat onze held ontbreekt. Heimelijk hopen we dat ie, als hij alle kinders in Disneyland heeft opgevroten, een feestelijke comeback maakt. In space no one can eat ice cream.

Prometheus
Vader!