Hersenpap, allesreiniger en realistische rauwheid in film over cultfilms

Het is onmogelijk om niet jaloers te zijn op de blitzcarrière van Quentin Tarantino, Godfather van de 'Nouvelle Violence'. Een paar jaar geleden stond deze filmfreak nog video's te verhuren in de plaatselijke videotheek, en nu maakt hij furore als de meest gewilde én controversiële nieuwkomer van Hollywood.

Geweldspecialist Tarantino verkocht scenario's aan Oliver Stone (‘Natural Born Killers’) en Tony Scott (‘True Romance’), veroverde het cultcircuit met het door hem zelf geschreven en geregisseerde 'Reservoir Dogs', en kaapte onlangs de Gouden Palm van Cannes weg met zijn nieuwste film 'Pulp Fiction', een komedie die niet alleen de harten van de critici veroverde maar bovendien meer geld opbracht dan Sylvester Stallone's blockbuster 'The Specialist'. Quentin Tarantino, een man die zijn talent niet aan de filmacademie maar aan tienduizend uur videokijken ontleent, heeft Hollywood op zijn eenendertigste jaar zonder enige artistieke concessie aan zijn voeten gekregen.

‘Pulp Fiction is gebaseerd op cliché's uit het pulpgenre en bestaat uit drie verhalen waarvan de personages regelmatig 'overlopen'. Het eerste gaat over twee huurmoordenaars (Samuel L. Jackson en John Travolta) die een rekening voor hun baas (Ving Rhames) moeten vereffenen, maar dan met een auto vol bloedspetters, schedelscherven en hersenpap opgezadeld raken. Ze krijgen hulp van Mr. Wolf (Harvey Keitel), specialist op het gebied van lijkverwijdering, die hen uitlegt hoe je met hoezen en wat Allesreiniger de bekleding van de autostoelen weer als nieuw kunt krijgen.

De tweede kolderieke anekdote gaat over een afspraakje van killer Travolta met een wilde dame die door een misverstand aan een overdosis heroïne dreigt te bezwijken en gered moet worden met een EHBO-kistje. Het derde verhaal volgt een gecorrumpeerde bokser (Bruce Willis) die zijn baas (ook Ving Rhames) belooft een wedstrijd te verliezen, deze expres wint en er bovendien met ingezet geld vandoor gaat. Dan stuit hij echter op killer Travolta, op de baas zelf en op twee gevaarlijke rednecks met een zwak voor anale seks.

Zowel voor degenen die ‘Reservoir Dogs’ wat vonden tegenvallen als voor degenen die er onmiddellijk verliefd op werden, zal ‘Pulp Fiction’ een aangename verrassing zijn. Hij is minder toneelmatig dan 'Dogs', heeft de krampachtige flash-back-structuur verruild voor een veel vloeiender raamvertelling, en bevat geen onnodig sadistische acties als de beruchte 'oorscène'. Wel is de film - goddank - nog steeds doordrenkt met smakelijk grof geregisseerde geweldscènes die gerelativeerd worden door Tarantino's onweerstaanbare dialogen en geestige scenariovondsten. Resultaat is een virtuoze komedie.

Kritiek leveren op ‘Pulp Fiction’ wordt dan ook snel muggenneuken. Je zou kunnen zeggen dat Tarantino's troeven tevens zijn achilleshiel zijn geworden. Zo werken zijn ellenlange, triviale en buitengewoon realistische dialogen in eerste instantie als een verademing - ze maken de personages waarachtig, wat uitzonderlijk is in het actiegenre. Probleem is dat de identificatiedrang die eruit voortvloeit onmiddellijk wordt gesmoord door de weerzinwekkende gewelddadigheid die deze personages omringt (twee sympathieke kerels die over Franse hamburgers zitten te keuvelen schieten even later wel een jongeman twintig maal in zijn buik).

En al mag Tarantino dat geweld dan vaak in absurde situaties plaatsen, hij regisseert die akelig realistisch: de auto-ongelukken zijn niet spectaculair maar lelijk, de moorden niet stoer maar smerig. Gevolg is dat je van je eigen schaterlach gaat walgen. Tarantino wil met deze stijlbreuken ongetwijfeld shockeren en wellicht ook een plaagstoot uitdelen naar de (soms hypocriete) gewelds-exploitatie van Hollywood; feit blijft dat je er een perverse nasmaak aan overhoudt.

Een andere bedreiging voor ‘Pulp Fiction’ zijn Tarantino's ironie en ver doorgevoerde filmverslaving. Tarantino is een videokind dat toch vooral films over film en televisie maakt; Pulp Fiction zit zo vol met cinematografische knipoogjes dat je murw gebeukt raakt en verlangt naar een consistent personage waarin je je kunt verliezen, naar een scène zonder ironische ondertoon. Overigens geloof ik niet dat Tarantino zich achter zijn, soms toch wel doorzichtige, gimmicks zal blijven verschuilen. Al was het alleen al omdat hij onlangs opperde een volgende film over een doodgewone relatie te willen maken. Dat getuigt van lef en inzicht. En dat zou wel eens een echte cultfilm kunnen worden, in plaats van een film over cultfilms.