Nederlands beroemdste junk prolongeert zijn imago

"Hoeveel speed gebruik je?" vraagt de interviewer. "Twee gram per dag", antwoordt de junk. "Waarom juist zoveel?" "Omdat het een betaalbare hoeveelheid is..." Dan krijgen we te zien hoe de junkie zichzelf een shot toedient en zijn dope vakkundig in een koffertje verstopt. Een volbloed verslaafde.

Toch is 'Rock 'n Roll Junkie' geen ranzig pamflet over Perron Nul, maar een anderhalf uur durend portret van popfenomeen Herman Brood. Blijkbaar moeten deze stoere dope-scènes als toonzetters dienen, als indicators dat dit portret over een échte rock & roller gaat. Jammer genoeg vormen ze eerder de achillespees van het project dan dat ze sfeer geven aan de ode die het had moeten worden.

In tegenstelling tot België, dat op pop-persoonlijkheid Arno Hintjens kan prat gaan, kent de Nederlandse rockcultuur geen echte helden. Opa's als The Golden Earring zijn te oubollig en kwajongens als The Urban Dance Squad te lelijk. Gelukkig hebben we altijd Herman Brood nog.

Niet dat Brood als muzikant veel voorstelt - hij kan niet zingen, speelt twee akkoorden piano en is een beperkt componist - maar deze voormalige pianist van Cuby & The Blizzards heeft zichzelf via Henk van der Meyden, Nina Hagen, een dozijn televisieshows en ongegeneerd exhibitionistisch drugsgebruik tot Het Rockfenomeen van Nederland weten op te werken. Een hele prestatie.

Broods geheim gaat dan ook verder dan mediahoererij: hij is geestig, intelligent en hij schildert niet onverdienstelijk. Een renaissance mens? Geluidsman Frenk van de Sterre, producent Ton van der Lee, cameraman Eugène van den Bosch en redacteur Jan Eilander hebben een jaar in zijn kielzog verkeerd om het antwoord te vinden.

Brood op de Bühne, Brood in de Kalverstraat, Brood in zijn atelier. Brood met zwerver op straat, met dochter op schoot, met zonnebril op in de studio. Ex-vrouwen, managers en bandleden praten over Brood. Moeder Brood praat over zoon Brood. Zo'n opsomming suggereert een rijk geschakeerd portret, en dat is Rock 'n Roll Junkie ook geworden.

Toch dringen de makers nauwelijks door tot de kern van de man. Dat is vooral te wijten aan hun neiging om de cliché's van zijn popmuziekantenbestaan te romantiseren: seks, drugs en rock 'n roll - volgens de docu gaat de 47-jarige Herman er nog helemaal voor.

Maar eigenlijk gaat hij er langzaam aan kapot. Brood takelt af. Formuleert minder raak. Is opgefokt flauw. Tijdens de interviews lijkt hij soms een schaduw van de Brood die Henk Binnendijk onder de tafel lulde en Jan Lenferinks show stal.

Het lijkt erop dat de egocentrische speedfreak langzaam maar zeker terrein wint van de kunstenaar en ironicus, en ik betwijfel of er iemand in die eerste persoonlijkheid is geïnteresseerd. Wat Rock 'n Roll Junkie uiteindelijk overeind houdt is dan ook niet zozeer Brood, als wel zijn band: The Wild Romance rockt als nooit tevoren.

Soit. Brood zelf zal het wel weer prachtig vinden dat zijn recalcitrante personage op het Nederlands Filmfestival wordt uitgestald tussen al die esthetisch verantwoorde nedercinemaprodukties. Toch denk ik dat deze man, die te labiel is om zijn dochtertje naar school te fietsen, zich beter tot zijn excentrieke kunstenaarsschap kan beperken. Daar heeft hij in ieder geval meer talent voor.