Zouteloze Jane Bond

Er zijn regisseurs waarvan je, tegen beter weten in, iedere nieuwe film gaat zien omdat ze ooit één briljante film gemaakt hebben. Zo wist de toen onbekende Phillip Noyce ons in 1989 bij de strot te grijpen met de even effectieve als simpele als fraaie thriller Dead Calm. De synopsis was nietszeggend: zeilend echtpaar wordt belaagd door psychopathische schipbreukeling. Maar werkelijk alles klopte aan de film. De desolate setting van een bootje op de windstille en daardoor extra dreigende oceaan. De tastbare liefde tussen het echtpaar – uitzonderlijk in een genrefilm en cruciaal voor spanningsopbouw. En een vlijmscherp acterende Nicole Kidman die met deze doorbraakrol aantoonde dat Sigourney Weaver niet de enige filmamazone is.

Reikhalzend werd uitgekeken naar de volgende Noyce. Viel dat even tegen. Thriller Sliver was een slap aftreksel van Basic Instinct met een nog slappere Sharon Stone. De Tom Clancy verfilmingen Patriot Games en Clear and Present Danger met Harrison Ford oogden even degelijk als overbodig. En noch thriller The Bone Collector, noch retroknipoog The Saint was een indicatie dat de Australische Noyce meer in zijn mars heeft dat de gemiddelde Hollywood routinier.

Waar het steeds aan ontbreekt in zijn films is een heldin van Kidmankaliber. Vrouwen zijn interessanter thrillerprotagonisten dan mannen omdat ze fysiek de mindere zijn van de schurk en het dus van hun vernuft moeten hebben. Ergo, meer hersengymnastiek en minder actieonzin in het script. Toen in 1999 Angelina Jolie in Noyce’s vizier kwam voor een bijrol in The Bone Collector, vermoedde hij een perfecte filmspion in de enigmatische actrice. Tien jaar zou dat leiden tot actiethriller Salt.

Agent Salt is een doorgewinterde CIA-agent. Ze heeft een marteluurtje bij de Noord-Koreanen overleefd en kan knokken en schieten als de beste. Op een kwade dag wordt zij ontmaskerd door een Russische overloper. Tenminste, hij beweert dat zij een Russische spion is. En dat geloven haar collega’s nog ook. Salt er vandoor. Maar ondertussen moet ze voorkomen dat de president van Rusland vermoord wordt. En die van Amerika. Om maar niet te spreken van een dreigende kernoorlog. En zijn haar collega’s wel zuiver op de graat?

“1975. The Cold War…” Als de Russische overloper met deze woorden begint weet je eigenlijk genoeg: deze film is gericht op bubblegumpubliek (een CIA-agent hoef je echt niet uit te leggen wanneer de Koude Oorlog was). Da’s het probleem van veel high-tech thrillers. Ze lijken gemaakt voor volwassenen door de lawine aan technische kreten en inside information, maar halverwege kakken ze steevast in door obligate actie. In Salt worden we even geïmponeerd met een close-up van het wereldje der special agents, maar al snel draait het om geschiet en geknok en geren en gespring en gescheur.

Noyce had aan deze clichés een draai kunnen geven met zijn heldin. Het script was oorspronkelijk geschreven voor een mannelijke acteur (Tom Cruise had bedankt), dus toen Edwin A. Salt Evelyn Salt werd had Noyce haar kwetsbaar en sluw en dus origineel kunnen maken. Maar helaas. Agent Salt kungfu’t beter dan alle mannelijke CIA-spionnen bij elkaar, weet hoe je binnen een minuut van een tafelpoot en wat schoonmaakmiddelen een bazooka in elkaar kunt schroeven, beschikt over de motoriek van een circusveteraan en kan zo minutieus anticiperen dat ‘t lijkt alsof ze het scenario heeft gelezen.

Zoals Dead Calm veel met weinig was, zo is Salt veel van niets. Hij mist de realistische rauwheid van een Jason Bournefilm of de experimentele cinematografie van een Tony Scott blockbuster. En de ironie wil dat ook het beoogde bubblegumpubliek niet onder de indruk is: het 100 miljoen dollar kostende Jolievehikel heeft quitte gespeeld. Hopen dat Noyce bij de volgende productie weer low budget moet. Want die film gaan we natuurlijk wél weer zien – tegen beter weten in.

Salt
Op kiet spelen in een vehikel van 100 miljoen