Spielbergs oorlog ontbeert sentiment

"De beste oorlogsfilm ooit gemaakt", met deze krantenquote op het poster wordt 'Saving Private Ryan', Steven Spielbergs interpretatie van D-Day, nu al tot klassieker gebombardeerd. Superlatieven wekken argwaan op. Zeker als het om een oorlogsfilm gaat, want Hollywood heeft het genre doorgaans misbruikt als vehikel voor propaganda en machoromantiek terwijl ze het bloedvergieten tot A-team geweld censureerde. Zelfs rauwe regisseurs als Peckinpah of Stone durfden het nooit aan om met ledematen en ingewanden te smijten.

Dromer Steven Spielberg heeft de pretentie hier verandering in te brengen. Na zijn eye-openers over de holocaust en de slavernij meent hij nu de eerste realistische oorlogsfilm gemaakt te hebben, gespeend van sentiment en heroïek. "Met deze film wil ik de mensen wakker schudden, zodat het tot ze doordringt hoe verschrikkelijk die oorlog was voor de soldaten die er in hebben gezeten", zegt hij in The Guardian. De vraag is of zoveel realisme wel een goede film oplevert.

6 Juni 1944, de Normandische kust. Onder leiding van ijzervreter Captain Miller (Tom Hanks) probeert een peloton door de Duitse kogelregen heen de duinen te bereiken. Het handjevol mannen dat de slachtpartij overleeft krijgt vervolgens een absurde opdracht: ze moeten een soldaat, die drie broers in de oorlog heeft verloren, achter de linies opsporen en heelhuids terugbrengen. Om het leed van zijn moeder te verzachten. Captain Miller heeft de grootst mogelijke moeite om zijn mannen te motiveren tot deze zoektocht.

Ronduit indrukwekkend zijn ze, de eerste twintig minuten van ‘Saving Private Ryan’. Intensief gebruik van handcamera in combinatie met geluidseffecten van echte munitie geven een venijnige 'live action' indruk van het slagveld: kogels versplinteren schedels, bloed spuit uit slagaders, benen worden afgerukt door granaten, soldaten proberen hun ingewanden terug te duwen of zoeken hun afgeschoten arm. Zelfs de doorgewinterde horrorliefhebber zal even moeten slikken omdat het bloedvergieten in zo'n realistische context plaatsvindt.

Probleem met deze overdonderende opening is dat de resterende twee uur als een anti- climax voelen. Hanks zoektocht kan niet echt meer boeien, met name omdat de personages van het peloton archetypisch zijn (de agressieve kankeraar, de intellectuele angsthaas) en moeilijk herkenbaar door vuil, uniformen en anonieme casting. Bovendien worstelen ze met ronduit beroerde mannen-onder-elkaar-dialogen (toppunt is anecdote over soldaat die zijn naam op de kleding van zijn maten piest...).

‘Saving Private Ryan’ ontroert niet. Je voelt je niet betrokken bij de mannen, je rouwt niet als ze sneuvelen, je knijpt 'em niet als ze in gevaar zijn. Daar kan Spielbergs hyperrealistische oorlogsgeweld niets aan veranderen, sterker nog, het geweld krijgt een bijna belerende ondertoon. "Ja mensen, zo erg was het!" Private Ryan mag de eerste realistische oorlogsfilm zijn, het is niet de beste. Daar is toch een beetje sentiment voor nodig. En zelfs heroïek.