De Golfoorlog in reprise

Science-fiction is als filmgenre nogal fantasie-arm. Op een enkele klassieker na zoals 'Alien' slagen de art directors er zelden in om een planeet werkelijk onaards te laten lijken: de aliens zien er uit als gemuteerde homo sapiens (aambeien op de hersenpan en een telepathische bochel) en het landschap is een kruising tussen Tolkien en Pernis of een woestenij à la Alaska (waar de film dan ook opgenomen is - scheelt dure decors).

Nu is de vraag natuurlijk of het doorsnee publiek wel verbaasd wil worden: misschien herkent het in een marsmannnetje maar al te graag de onbetrouwbare trekken van de buurman. Toch zou je, gezien de ontwikkelingen in de digitale techniek waardoor groteske trucages relatief goedkoop en overtuigend zijn geworden, wel mogen verwachten dat het genre met meer fantasie gezegend gaat worden. 'Stargate', een science fiction-succes van Roland Emmerich ('Universal Soldier'), bewijst het tegendeel.

Egyptoloog Daniel Jackson (James Spader) krijgt de opdracht om tekens van een stenen poort uit het oude Egypte te ontcijferen. Als hij daarin slaagt blijkt de poort doorgang te geven naar een planeet aan de andere kant van het heelal. Samen met een peloton soldaten, aangevoerd door kolonel O'Neill (Kurt Russell) gaat hij poolshoogte nemen.

De planeet lijkt opvallend veel op Egypte, met eenzelfde klimaat en zelfs een piramide. Er wonen slaven, afstammelingen van nomaden die eeuwen geleden door de 'goddelijke' alien Ra, via de poort overgebracht zijn om voor hem te komen werken. Daniel en het peloton sluiten zich bij hen aan, en nemen het op tegen Ra en zijn handlangers. Linke soep, want Ra beschikt over buitenaardse krachten. En terugflitsen naar aarde kan niet, want Daniel mist de informatie om de poort weer aan de gang krijgen.

'Stargate' is voer voor filmtheoretici à la Skrien. De film barst namelijk van de imperialistische trekjes: een peloton zwaarbewapende soldaten dat als pioniers (!) een nieuwe planeet gaat verkennen; een even simpele als nederige plaatselijke bevolking die de Amerikanen als goden (!) beschouwt; een Blitzkrieg waarbij de autochtonen door de Amerikanen van hun tiran bevrijd worden. Kortom: de Golfoorlog revisited. De Arabieren zijn aliens geworden. En Von Däniken herzien - de goden waren geen kosmonauten, maar Amerikanen. Heerlijk ouderwets imperialisme.

Onbeschaamder nog is het uitgangspunt om een ultra-aardse setting te gebruiken - zelden een science-fictionfilm gezien met zulke aardse mensen in zo'n aardse woestijn. Toch intrigeren de onaards androgyne schoonheid van Jaye Davidson ('The Crying Game'), de mysterieuze Egyptische aankleding (een professor ontwikkelde speciaal een nieuw 'Oud Egyptisch') en enkele indrukwekkende massascènes (twintigduizend figuranten via trucage naar honderdduizend) voldoende om van deze science-lulkoek onmiskenbare cult te maken. Voor liefhebbers.