Buitenaards evangelie op de zeebodem

Science-fiction doet het goed in Hollywood. Die populariteit is deels geschoeid op Amerika's angst voor vreemde culturen: bezoekers uit de ruimte hebben doorgaans mongoloïde gelaatstrekken, spreken met een Duits accent en zijn volstrekt onbetrouwbaar. Buitenlanders, dus. In de jaren vijftig spitste die angst zich toe op het communisme: buitenaardse wezens waren in feite groen geschminkte Russische infiltranten met antennes op hun schedel.

De science-fiction van het moderne Hollywood ziet weinig brood meer in dit soort Koude Oorlog-paranoia. Men investeert liever in tijdloze thema's als religie en altruïsme. De nieuwe Marsman is een intergalactische high-tech messias met een humanistische boodschap. Regisseur James Cameron (scenario 'Rambo', regie 'Aliens') gebruikt in 'The Abyss' beide thema's.

'The Abyss' (De afgrond) is een diepzee-science-fictionfilm. Als een Amerikaanse atoomonderzeeër in de nabijheid van een onderwaterbasis vergaat, gaat marine-luitenant Coffey (Micheal Biehn) met een commando-eenheid het wrak onderzoeken. Basis-commandant Bud Brigman (Ed Harris) en zijn vrouw (Mary Elisabeth Mastrantonio) moeten daarbij assisteren. Al snel blijkt het rondom die duikboot flink te spoken. Eén van de bergers ziet een vreemd, oogverblindend mooi licht en raakt in shock.

Ook de vrouw heeft contact met het verschijnsel. Volgens haar is het buitenaards, maar goedaardig. Coffey gelooft echter dat er Russen in het spel zijn en besluit de atoomonderzeeër met kernkoppen en al op te blazen. Die ramp kan alleen worden voorkomen door Bud, die een kilometers diepe kloof afdaalt om te proberen de kernkoppen onschadelijk te maken. Daar, in die inktzwarte afgrond, wacht hem een zekere dood. Of Verlossing?

Het monsterbudget van zestig miljoen dollar levert een angstaanjagende thriller op. Toch mist 'The Abyss' de originaliteit en subtiliteit om werkelijk indruk te maken. De talloze, uit science-fictionklassiekers gekopieerde scènes (bijvoorbeeld het doek-vullende ruimteschip met 'kerstboomverlichting' uit 'Close Encounters of the Third Kind'), en Camerons neiging om iedere actiescène een 'Ramboïaanse' lading mee te geven, gaan op den duur danig irriteren. Het is jammer dat een regisseur met zoveel gevoel voor dramatiek zo weinig maat weet te houden.