Religieuze cultvorming rondom Jim Morrison

Sinds enkele jaren doet zich een zorgwekkend verschijnsel voor in de popmuziek: religieuze cultvorming. Middelpunt is wijlen Jim Morrison, de legendarische zanger van The Doors die zich twintig jaar geleden in een recordtijd van pop-Adonis tot brallende redneck kapot wist te zuipen.

Cultvorming rondom Morrison ligt voor de hand. Met zijn hyperseksuele uitstraling, zijn penseelzachte en tegelijk angstaanjagend krachtige stem, zijn maniakaal podiumgedrag en grimmige zelfhaat was hij de blauwdruk van de tijdloze underground-held.

Maar inmiddels is Morrison zelfs de cultstatus ontgroeid. Voor veel fans is hij veel meer dan een begaafd zanger. Voor hen is Morrison een ziener. Die aanbidding is verklaarbaar. Morrison's complete overgave op het podium, zijn alcoholistische zelfvernietigingsdrang, en zijn charismatische uitstraling kunnen door sufgetripte sixties-dwepers gemakkelijk worden versleten voor messiaanse eigenschappen.

Met een beetje fantasie heeft Morrison zich zelfs voor hen persoonlijk doodgezopen. Vanzelfsprekend zien zij hun idool liever niet als de egocentrische, wanhopig eenzame alcoholist die hij volgens getuigen was. Zo'n imago is moeilijk te verteren.

Ook regisseur Oliver Stone, een Doors-fan van het eerste uur, wil de psychoot achter de ster liever niet kennen. Uit interviews blijkt dat de man een volstrekt ongenuanceerd, zeg maar gerust infantiel beeld van Morrison heeft, dat bij tijd en wijle ontspoort in pathetische verafgoding. Morrison is ook voor hem gestorven.

En juist Stone, die toch al niet bekend staat om zijn loepzuivere inzichten, heeft nu kans gezien na een slopende bureaucratische worsteling eindelijk zijn filmversie van het fenomeen Morrison te geven. Het is echter de vraag of iemand op Stone's versie zit te wachten. Want 'The Doors' is in elk opzicht een vette, patserige natte popdroom geworden, waarin zowel Jim Morrison als de flower power-cultuur hopeloos romantisch en dus zwaar belachelijk worden afgeschilderd. Flower power zoals Stone hem zou hebben gewild.

Maar het grootste probleem van 'The Doors' is zijn overbodigheid. Serieuze Doorsfans zullen zich dood ergeren aan alle sensatie, en nog veel meer aan de stem van hoofdrolspeler Val Kilmer als Jim Morrison (Kilmer zingt de podiumscènes zelf live in), terwijl mensen die geen overdreven affiniteit met de groep hebben zich door tientallen Doors-songs heen moeten bijten.

En ook nog eens bewondering moeten kunnen opbrengen voor deze dronken allesneuker. Vooral dat laatste is wel erg veel gevraagd. Het is heel pijnlijk, maar 'The Doors' is alleen voor Oliver Stone zélf gemaakt.