De kruisiging van een restaurant-pianist

Sinds het succes van 'Who framed Roger Rabbit?' gaat de Londonse acteur Bob Hoskins niet alleen door voor een degelijk acteur maar ook voor een echte filmster, en sinds zijn sterrol in 'Mermaids' mag hij zich zelfs een 'alternatief seks-symbool' noemen. Hoskins is bankable.

Het was dan ook Hoskins' toezegging om de hoofdrol in 'The Favour, the Watch and the Very Big Fish' voor zijn rekening te nemen die de centen op tafel bracht, en niet, zo moet geconcludeerd worden na het zien van de film, de professionaliteit van regisseur Ben Lewin.

'The Favour, the Watch and the Very Big Fish' is gebaseerd op een kort verhaal van Marcel Ayme, genaamd 'Rue St. Sulpice'. De novelle is kort voor de Tweede Wereldoorlog geschreven en, hoewel de film zich in het hedendaagse Parijs afspeelt, ademt deze eenzelfde vooroorlogse sfeer uit.

Hoofdpersonage is Louis (Bob Hoskins), die zijn brood verdient als fotograaf in een winkeltje dat handelt in religieuze artefacten. Hij ensceneert religieuze taferelen (kruisigingen en dergelijke), fotografeert ze en probeert ze als twintigste-eeuwse iconen te slijten. Maar de zaken lopen slecht. Zijn baas dreigt hem zelfs met ontslag als hij niet snel een overtuigende 'Jezus'-poseur weet te ronselen in plaats van de gebruikelijke zielloze zwerf-junkies.

Na een wanhopige zoektocht stuit Louis op de perfecte Jezus, en wel in de vorm van een restaurant-pianist met hartzeer (Jeff Goldblum). De pianist heeft in de bak gezeten nadat zijn vriendin Sybil hem zo jaloers had gemaakt dat hij geprobeerd had het hoofd van zijn rivaal te flamberen. De pianist straalt precies de wanhoop uit die bij een echte Jezus hoort. Louis gaat met hem aan de slag en het resultaat is overdonderend: heel Parijs bekeert zich. Maar dan begint de rol hem naar het hoofd te stijgen.

Parallel aan dit verhaal speelt zich een romance af tussen Louis en diezelfde Sybil (Natasha Richardson). Louis leert haar kennen in een nasynchronisatie-studio, waar hij, tot zijn grote schrik, samen met haar een pornofilm moet inhijgen. Het is liefde op de eerste kreun, maar na een korte romance en een misverstand verdwijnt ze weer en laat ze Louis met een gebroken hart achter.

Het scenario (tevens van Ben Lewin) van 'The Favour' rammelt nogal. De relatie tussen de pianist en Sybil heeft nauwelijks functie en de film gaat uit als een nachtkaars. Veel bezwaarlijker echter is Lewins wankele regiestijl; de toon van de film is die van een romantische lichtgewicht komedie, maar deze teneur wordt té vaak verstoord door al dan niet geslaagde absurdistische grappen en personages.

De zus van Louis bijvoorbeeld, een monotone zombie die maaltijden klaarmaakt met een allesvermaler en twee meter lange zeilvissen als zwarte blubber met vanillevla opdient, is een kostelijk maar volstrekt misplaatst personage.

Verder weet de regisseur niet altijd maat te houden. Hij vindt zichzelf te leuk. Een aardige zwendelgrap aan het begin van de film verknalt hij door de clou te nadrukkelijk in beeld te brengen en de droog-neukscène in de studio rekt hij te veel op zodat ze een puberaal effect sorteert. Lewin onderschat hiermee zijn publiek. Het is uitsluitend aan het verrukkelijke spel van Bob Hoskins te danken dat 'De favour' boven de doorsnee zondagavondkomedie uitgetild wordt.