Postaal patriottisme na de bom

Hollywoods helden zijn aan het uitsterven. De Clint Eastwoods en de Sean Connery's, filmsterren die puur op charisma een film kunnen dragen, ze raken op. Ford verschuilt zich achter onhandigheid, Stallone achter steroïden, Cruise is te gretig, Schwarzenegger te freakerig, Gibson te neurotisch. Alleen Kevin Costner lijkt 'het' soms te hebben. Hij gaf het onderschatte Waterworld venijn als eenzame amfibieman en speelde Clint van het doek als schurk-met-klein-hartje in ‘A Perfect World’. Onmiskenbaar charisma.

Probleem met Costner is dat hij zo pretentieus is. Als het even kan trekt hij ook regie en productie naar zich toe en probeert dan de The Great American Movie te maken. Dat leverde Indianen-zijn-ook-mensen-draak ‘Dances with Wolves’ op en nu glijdt hij uit met het post-nucleaire anti-fascisme project ‘The Postman’.

We schrijven 2013. De Derde Wereld Oorlog heeft flink huisgehouden in de VS. Steden zijn veranderd in woestijnen en de technologie is tot Middeleeuws niveau gereduceerd. Hier en daar proberen geïsoleerde dorpjes het hoofd boven water te houden, terwijl ze bestookt worden door het leger van de wrede generaal Bethlehem (Will Patton) die voedsel en 'vrijwilligers' afdwingt.

Ook een rondzwervende acteur (Costner) wordt geronseld maar weet te ontsnappen. Als hij een oude postzak vindt, besluit hij zich als US Postman voor te doen en in een dorpje onder te duiken. Tot zijn ontzetting wordt hij hier binnengehaald als symbool van hoop, hoop dat de Verenigde Staten nog bestaan. Hij kan het niet over zijn hart krijgen om de waarheid te vertellen en start een heuse postbestelling tussen de dorpjes. Generaal Bethlehem ziet zijn macht ondermijnd en grijpt bloedig in.

Een epische science-fiction van meer dan drie uur, daar verwacht je een adembenemend openingsshot bij. Maar ‘The Postman’ begint wat rommelig tussen de rotsblokken, en als de camera dan eindelijk omhoog gaat, zien we een woestijn met verdwaalde leeuw en opgedroogd zwembad. Bepaald niet indrukwekkend of origineel zo'n kostenbesparend post-atoombom decor, en dat geldt ook voor de rest van de veel te trage film.

Zwakste schakel is Costner, die met flauwe grappen en ondeugden zijn personage toch vooral menselijk wil houden. "I'm not a fighter", zegt hij tegen de generaal als hij uitgedaagd en even later in elkaar geslagen wordt. Terwijl Costner zijn Hollywoodmythe afbreekt, snakt de kijker naar een echte held, al was het alleen maar om het patriottisme dragelijk te maken (kinderen die spontaan in het volkslied uitbarsten als Stars & Stripes wordt verbrand!). Enige lichtpuntje is generaal Bethlehem, een voormalig vertegenwoordiger in kopieerapparaten die zijn manschappen de tong afsnijdt en castreert maar ze wel na de strijd op ‘The Sound of Music’ trakteert.