Zielereiniging in de subway

Als Hollywood even geen inspiratie heeft zoekt ze haar heil steevast in een remake. Liefst een remake van een obscuur Aziatisch cultsuccesje, zodat het mainstream publiek niet merkt dat het eigenlijk om jatwerk gaat. Een stuk linker wordt het als ze een oude hit van eigen bodem neemt. ‘The Taking of Pelham 1 2 3’ bijvoorbeeld, een klassieke thriller uit 1973. Waarschijnlijk denken de makers dat het toenmalige publiek inmiddels dement achter een rollator aansjokt en geen vergelijking zal maken, maar de oorspronkelijke ‘Taking’ is zó goed bestand tegen de tand des tijds dat ze nog regelmatig op tv te zien is.

Net als het origineel gaat de remake over een bende die een metrowagen in New York kaapt, de Pelham van 1:23 pm. Wederom is de held een ambtenaar (Denzel Washington, in het origineel Walter Matthau) die vanuit een high-tech zenuwcentrum het metroverkeer dirigeert. Was de schurk in 1973 een koelbloedige gentleman-killer vertolkt door Robert ‘Jaws’ Shaw, dit keer is de bad guy uit heel ander hout gesneden: John Travolta zet een opgefokte, gefrustreerde ex-convict neer.

Deze verandering heeft belangrijke gevolgen omdat de ‘Taking’ meer om de schurk draait dan om de held, en dat deze dus enigszins aantrekkelijk moet zijn. Zo konden we in het origineel een perverse fascinatie ontwikkelen voor Robert Shaws charismatische killer. Ook Travolta’s schurk oogt ultra cool - op de poster dan: hij staart ons aan vanuit zijn ondergronds inferno, compleet met mefistofelesbaardje, prison-tattoo-in-de-hals en zonnebankbrilletje.

Des te teleurstellender dat hij in de film zo’n proleet blijkt, die om de haverklap in tirades van four letter words uitbarst (‘You can lick my bumhole, motherfucker!’). Om Travolta’s personage op te waarderen hebben de makers good guy Denzel boter op zijn hoofd gegeven: de ambtenaar blijkt een gedegradeerde bobo die ervan verdacht wordt smeergeld te hebben aangenomen. Travolta komt hier achter en dreigt een gijzelaar te vermoorden als Washington zijn zonden niet opbiecht door de intercom. Zo reinigt hij diens geweten en wordt hij eventjes moraalridder. Een erg dubieuze scenariotruc.

De remake rammelt in meer opzichten. Travolta’s trawanten zijn zo grijs dat ze bijna verdwijnen. De burgemeester die opgetrommeld wordt als comic relief is uitgesproken karikaturaal. Een laptop-met-webcam die een sleutelrol lijkt te gaan spelen krijgt bijna geen functie. En het shot waarin politieman John Torturro Denzel een thumb up geeft in de finale is ronduit corny, zoals dat in goed Nederlands heet.

Regisseur Tony Scott moet nattigheid gevoeld hebben want hij leidt onze aandacht voortdurend af met zijn handelsmerk: duizelingwekkend camerawerk en dito montage. Soms ondersteunt deze stijl het intrige, bijvoorbeeld als de politie in no time door New Yorks eeuwige spitsuur tien miljoen dollar van bank naar metrobuis moet brengen. Maar verder oogt het misplaatst in dit psychologische machtsspel tussen Goed en Slecht.

Gezegd moet worden dat de ergernissen onevenredig zwaar wegen omdat het origineel zo goed is. Op zich is Scotts 'Taking' een lekkere film en, bovendien dankzij het nieuwe verhaal, een autonoom product – iets wat je van heel weinig remakes kunt zeggen. Maar liever had ik alleen het poster gezien en in mijn fantasie een remake gedraaid waarin Travolta een even beschaafde als koelbloedige subway devil neerzet.

The taking of Pelham 1 2 3
John Travolta als metrokaper