Familiefilm met home movie-mix

De term 'underground' is een gedateerd begrip. Had het in de jaren vijftig/zestig nog een subversief imago, het afgelopen decennium is ze verworden tot een overbewust welvaartsverschijnsel dat op zijn ruigst een MTV-anarchisme waarborgt.

Het is dan ook jammer dat de Amerikaanse cineast Amos Poe gekenschetst wordt als underground-cineast; wie aan zijn no budget-oeuvre ruikt (in Nederland heeft hij naam gekregen met 'Subway Riders') leert een geestige eigenzinnige filmer kennen - geen effectzoekende dramrebel. Bij de voorbereiding van zijn nieuwste film, 'Triple Bogey on a Par 5 Hole', streefde hij naar een zo persoonlijk mogelijke aanpak. Poe wilde zelfs uit eigen familieleven inspiratie putten. In de uitvoering daarvan is hij ver gegaan: hij selecteerde flarden home movie, en liet deze flitsen fungeren als familiefilmpjes in een verhaal over drie steenrijke wezen. Deze wezen worden door hoofdpersonage Gravelle (Eric Mitchell) geïnterviewd over de dood van hun ouders, omdat hij een filmportret van de familie wil schetsen. Gaandeweg verliest hij echter zijn objectieve afstand, en wordt hij deel van het gezinnetje.

'Triple Bogey on a par 5 Hole' is even wennen. Om te beginnen is de stijl uniek: een combinatie van quasi documentaire (de interviews) en schijnfictie (de home movies). Bovendien lijkt Poe te blijven steken in een iets te vette knipoog naar Citizen Kane (zelfde contrasten, zelfde interview-structuur), en uit te glijden in artfilmfratsen (de kinderen wonen op een cruiseschip dat rondjes om Manhatten vaart).

Maar gaandeweg blijkt dat Poe het rare verhaaltje slechts als een speelse stijltruc gebruikt voor een charmant, hartverwarmend familieportret. Acteerwerk is foutloos, de sfeer verslavend, en de muziek geniaal. Het is te hopen dat een film met zoveel hart niet wordt geboekstaafd als underground meesterwerk, maar als een bijzondere familiefilm.