De wurgende houdgreep van Terry Gilliams Python-verleden

De Amerikaanse regisseur Terry Gilliam koestert een hardnekkige ambitie om absurdistische humor te maken, maar mist het talent. Als lid van het Monty Python-team detoneerde hij al met zijn flauwe animatiecollages, later als regisseur van Pythoneske films ('Jabberwocky' en 'Time Bandits') probeerde hij tevergeefs met kolder absurdistische situaties te scheppen. Gilliam heeft 'het' gewoon niet.

Toch was het de nadrukkelijke stijl van 'Brazil' die hem een sterstatus opleverde. Misbruik van groothoeklenzen, close-ups en andere 'foute' stijlmiddelen vielen zo goed in de smaak bij de elite dat hij instant cultstatus genoot.

Gedeeltelijk terecht: Gilliam had 'het' misschien niet, maar was wel 'anders'. Dat 'anders' bleek echter rap te corrumperen toen hij een monsterbudget ter beschikking kreeg en een even pompeuze als zielloze interpretatie van Baron von Münchhausen maakte. Het publiek bleef weg en de pers kraakte af. Inmiddels is Gilliam's stijl gejat èn geperfectioneerd door Caro & Jeunet ('City of the lost Children') en is hijzelf even mainstream gegaan met 'The Fisher King'. Nu, met science fiction '12 Monkeys', is hij weer terug in het 'Braziliaanse' universum.

In '12 Monkeys' ziet de toekomst er niet rooskleurig uit. Een virus heeft het bestaan op aarde onmogelijk gemaakt en de mensheid in onderaardse gewelven teruggedrongen. Gevangene Cole (Bruce Willis) wordt geronseld om in de tijd terug te keren. Hij moet voorkomen dat het virus in 1996 vrijkomt. Door een foutje in de teletijdmachine belandt hij echter in 1990 en wordt daar vanwege zijn geraaskal over tijdreizen in een gekkenhuis gestopt.

Psychiater Kathryn Railly (Madeleine Stowe) ziet wel wat in hem, maar voor ze hem aan psycho-analyse kan onderwerpen wordt Cole naar 1996 gezapt. Daar zoekt hij Railly opnieuw op en weet haar langzaam te overtuigen van zijn missie. Volgens hem zit dierenbevrijdingsgroep '12 Monkeys' achter de genocide, die geleid wordt door ene Jeffrey (Brad Pitt). En die kent Cole nog uit het gekkenhuis.

Oostblokarchitectuur, Big Brotherparanoia, anachronistische technologie; ' 12 Monkeys' heeft eenzelfde uitstraling als Brazil. Film noir op LSD. Opnieuw zet Gilliam de toon voor een stilistisch meesterwerk, opnieuw verpest hij het door dwangmatig 'leuk doen'. Van wetenschappers maakt hij karikaturen die elkaar als Kwik, Kwek en Kwak aanvullen, Brad Pitt laat hij overacteren als een doorgeslagen Dennis Hopper. Waar mogelijk misbruikt hij groothoeklenzen en close-ups voor vervreemdend effectbejag. Heel vermoeiend en allerminst absurdistisch.

Enige wezenlijke verbetering met Brazil is het gebruik van een filmster. Bruce Willis' charismatische aanwezigheid en opmerkelijk serieuze spel bieden voldoende mogelijkheid tot identificatie, waardoor '12 Monkeys' op de beste momenten aanvoelt als een spannende, kunstzinnige science fictionthriller. Als Gilliam zijn Pythoneske erfenis ooit af durft te schudden en voor een compromisloze, serieuze aanpak kiest zal hij in staat zijn om een echte cultfilm te maken.