Meesterlijke cartoon vol gecamoufleerd realisme

Tip: lees deze recensie van ‘Up’ pas nadat u de film heeft gezien. Niet omdat er veel in verklapt wordt, maar omdat ‘Up’ een film is die u gewoon moet zien, ongeacht uw smaak, leeftijd of geestelijke vermogen.

Met creatieve en financiële successen als ‘Toy Story’, ‘Monsters, Inc.’, ‘Finding Nemo’, ‘The Incredibles’ en ‘WALL-E’, was animatiestudio Pixar begin deze eeuw aardig op weg om de nieuwe Disney te worden. Onder het motto keep your ennemies close begon Disney flink te flirten met Apple’s troetelkind. Dat resulteerde eerst in een nogal stroeve samenwerking op het gebied van marketing. In 2006 werd het helemaal slikken, toen Pixar door Disney zelfs helemaal overgenomen werd. Voor 7,4 miljard dollar – an offer they couldn’t refuse.

Toch zal Pixars identiteit niet snel bezoedeld worden met Disney’s family values. Ze heeft als afdeling autonomie afgedwongen en, minstens zo belangrijk, blijft heer en meester van hun humanresourcemanagement. Oftewel: ze mogen nog steeds díe gekken in dienst nemen waar zíj vertrouwen in hebben. Want dat is het geheim van Pixar: al hun films, ook de minder geslaagde, stralen het plezier uit van professionals die trouw zijn gebleven aan hun kinderziel. En alleen een kind durft een bejaarde als held te gebruiken, zoals in hun laatste productie ‘Up’.

Carl Fredricksen is een oude norse man. Hij heeft helemaal geen zin meer in het leven. En al helemaal niet in avontuur, waar hij als kind zo van droomde. Daar heeft hij een goede reden voor: love of his life Ellie is niet meer. Dus waarom zou Carl zijn huis nog uitkomen? Omdat hij moet. De nieuwbouw rukt op en Carl wordt langzaam maar zeker weggepest naar het bejaardentehuis. Maar Carl is niet van gisteren. Als fulltime ballonnenman weet hij alles van helium. En net als ze hem willen afvoeren naar Zonnegloren laat Carl een enorme tros ballonnen op, die zijn huis als een heteluchtballon de wolken intrekt. Op weg naar avontuur, naar die enorme waterval in Zuid Amerika, waar Ellie en hij zo vaak van gedroomd hebben. Klein probleempje: er is een verstekeling aan boord.

Zelden zo’n onwaarschijnlijke held gezien die je zo diep in je hart sluit als Carl Fredricksen, een kort vierkant mannetje met een slecht humeur. Dat komt doordat regisseurs Pete Docter en Bob Peterson, die tevens voor het scenario tekenden, uitgebreid de tijd nemen om Bobs leven aan ons te vertellen. In een stukje weergaloze visual storytelling krijgen we te zien hoe Carl als kind van ontdekkingsreizen droomt, hoe hij de stoere Ellie leert kennen, hoe ze trouwen, hoe ze het verdriet van hun kinderloosheid verwerken, hoe Ellie terminaal ziek wordt en hoe hij afscheid van haar moet nemen. Na tien minuten ‘Up’ zit de hele zaal met natte ogen en heeft iedereen deze grumpy old man in zijn hart gesloten. En grumpy oké, maar old? Carl heeft meer karakter dan menig snotneus. Hij lacht om de zogenaamde vooruitgang, heeft lef voor tien en kiest altijd voor de underdog. En Carl is zo trouw aan zijn lief dat hij hun huis letterlijk door de jungle naar ‘hun’ waterval sleept.

Omdat Carl de film zoveel hart geeft, leef je als een kind zo mee met hem en de figuren die hij op sleeptouw neemt. Je doet het in je broek als Carl & Co omringd worden door een roedel van honderden sprekende bulldogs, lijfwachten van een verdwenen ontdekkingsreiziger. Of als ze acrobatische toeren moeten uithalen bovenop een zeppelin. Wat ook bijdraagt aan de dramaturgie is Pixars gecamoufleerde realisme. Zo hebben Docter en Peterson uitgebreid onderzoek gedaan naar de mimiek en motoriek van ouderen, waardoor ze Carl de meest subtiele gezichtsuitdrukkingen konden meegeven. En ook de honden, die er op eerste gezicht belachelijk want cartoonesk uitzien, worden in close-ups zo dreigend dat ze ‘Up’ bijna ongeschikt maken voor 16 jaar-en-jonger.

Maar gelukkig doe je het bij ‘Up’ vooral in je broek van het lachen. Met name om de honden, die hun (boosaardige) commando vergeten zodra ze een bal kunnen apporteren. Hilarisch hoogtepunt is als Alpha, een Deense Überdog met helse ogen en trillende spieren, door een technisch probleempje opeens een gecastreerd helium-stemmetje krijgt.

Het komt niet vaak voor dat een film op zoveel fronten geslaagd is: ontroerend, spannend, onvoorspelbaar en verschrikkelijk grappig. De enige concurrentie waar de film van te duchten heeft is Pixars eigen hors d’oeuvre, een onweerstaanbaar filmpje waarin eindelijk uit de doeken gedaan wordt waar kinderen vandaan komen…

Up
Carl Fredricksen moet er nodig weer eens uit