De vette grijns van Bobby Peru

Eind jaren zeventig dook er een schokkend zwart/wit-filmpje in het horrorcircuit op. 'Eraserhead' gaat over een contactgestoorde man die bij een contactgestoord meisje een soort afgerukte kalfskop verwekt. Ruig dus. Toch hoort 'Eraserhead' eigenlijk niet thuis in het horrorgenre. Het filmpje is een genre op zich. Het is de meest deprimerende koortsdroom uit de filmgeschiedenis.

Regisseur David Lynch, ooit student schilderkunst, was het brein achter dit morbide bioscoopdebuut. Hij werd onmiddellijk gebombardeerd tot cultregisseur. Toch maakte hij eerst, om Hollywoods vertrouwen te winnen, twee tamelijk conventionele produkties ('The Elephant Man' en 'Dune') voordat hij in 1986 de wereld opnieuw verraste met de penetrante nachtmerrie 'Blue Velvet', inmiddels een klassieker.

Maar in tegenstelling tot 'Eraserhead' is deze film doordrenkt van ironie. Die ironie wordt opgewekt door consequent volgehouden stijlwisselingen: het ene moment laat Lynch je bloedserieus huiveren om een hyperventilerende verkrachter, en in de volgende scène ben je getuige van een absurd zoete liefdesverklaring. Die stijlwisselingen (of -breuken?) komen zo consequent voor, dat Lynch ze kennelijk als een stijl op zich beschouwt.

Dat wil echter niet zeggen dat al dat gesmijt met stijlen boeit. Integendeel. Na een tijdje word je die tongue in cheek-aanpak zat. Je krijgt het gevoel dat je in de maling wordt genomen en je verliest iedere binding met de personages. Een ander gevolg van de stijlcocktail is een gebrek aan coherentie. 'Blue Velvet' hangt als los zand aan elkaar; een compilatie van briljante scènes. Als Lynch ze had losgesneden, hadden ze als korte filmpjes ongetwijfeld filmgeschiedenis geschreven.

Hoe dan ook, Lynch heeft de smaak te pakken, want ook zijn nieuwste film, 'Wild at Heart', verdrinkt in ironie. 'Wild at Heart' is een road movie. Seks, asfalt, ongelukken en hotelkamers. De held heet Sailor (Nicholas Cage) en is een rebel. Slangeleren jasje, permanente Marlboro, hese stem. Cool. Hij zit in de bak voor doodslag, maar zodra hij voorwaardelijk vrij komt, vlucht hij samen met vriendin Lulu (Laura Dern) richting New Orleans. In een cabriolet natuurlijk.

Zij worden achtervolgd door een privé-detective en een killer, door Lulu's moeder ingehuurd om Sailor te vermoorden. Sailor weet namelijk een paar vreselijke geheimen over die moeder, die haar dochter nooit mag horen. Het verhaal wordt nog een stuk ingewikkelder, maar eigenlijk doen al die intriges er geen flikker toe. De film neemt zichzelf toch niet serieus.

Gelukkig heeft Lynch wel weer ruimte opengelaten voor een ranzige sekspsychopaat. Hij heet Bobby Peru (Willem Dafoe), heeft groene tanden, is uiterst charmant en volstrekt ontoerekeningsvatbaar. Bobby is het enige personage dat in de film thuishoort. Natuurlijke ironie. En Bobby zorgt voor een lekkere climax met een afgeschoten hoofd. Bijzonder grof en grappig gefilmd.

'Wild at Heart' is, net als zijn voorganger, een probleemgeval. Bij vlagen geniaal, maar tot vervelens toe absurd. Ironie om de ironie. Het lijkt wel of je naar een big budget-produktie van Wim T. Schippers zit te kijken. Waarom is 'Wild at Heart' dan toch een must? Dat begrijp je pas als je de vette grijns van Bobby Peru hebt gezien.