Filmrecensies 1989 - 2015
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Naadloze zelfspot
Metafilmkunst, films over het maken van films, ‘t heeft al snel iets zelfgenoegzaams. Er zijn uitzonderingen, zoals het hilarische Living in Oblivion (’95) waarin de onafhankelijke filmwereld op de hak genomen wordt. Maar de nu al gedoodverfde filmhuisdarling Birdman van Alejandro González Iñárritu toont aan hoe masturbatief dat navelstaren kan worden.
De synopsis is veelbelovend: een has been filmster die meer dan 20 jaar geleden gescoord heeft als superhero Birdman (gespeeld door Michael Keaton die meer dan 20 jaar geleden gescoord heeft als superhero Batman) probeert zich met een off-off-Broadwaystuk te rehabiliteren als acteur. Michael Keaton die de draak steekt met Michael Keaton dus.
Probleem is dat Keaton niet alleen bekend is als filmster maar ook te boek staat als gerespecteerd, intens acteur. Die zelfspot stinkt dus een beetje. Daarbij is de meedogenloze kijk die Birdman biedt op Hollywoods ego’s, frustraties en artistieke corruptie een stuk makkelijker scoren dan bijvoorbeeld het persifleren van de o zo authentieke filmhuisfilmwereld. Gelukkig worden we ook getrakteerd op enkele vette grappen (Ed Norton met erectie-‘prop’), tot de humor aan dramatiek begint te schuren. Wat wringt met de ironische personages.
Regisseur Iñárritu probeert het verhaaltje te faceliften met wat filmtrucs. Zo zit zijn camera claustrofobisch dicht op de personages, danst hij als een paparazzo om hen heen, alsof ie ons onder de neus wil wrijven dat zijn toneelstukje toch écht geen toneelstukje is. Verder last hij de scènes onzichtbaar aan elkaar waardoor de film uit één lang shot lijkt te bestaan. Een cinematografische hoogstandje, maar vooral een pretentieus stijlmiddel dat afleidt van een verhaaltje dat maar niet wil afronden.
Dus. Als de jazzy drumscore (zó NYC!) na twee uur plaats maakt voor de violen van Rachmaninof en wij geacht worden mee te leven met een bevrijde Birdman, zijn we reeds aan het wegdromen over Keaton die terugkeert als een Batman Sr. Zonder tongue in beak.
Bat bird
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Terminaal vakmanschap
Dat ik dit nog mag meemaken... Een Nederlandse love story met catchy dialogen, ideale casting en vlekkeloos acteerwerk!? Zouden we het dan tóch kunnen? Regisseur Nicole van Kilsdonk en scenarioschrijver Peer Wittenbols in ieder geval wel. Geen moment van plaatsvervangende schaamte bij deze lekker kort gesneden tragikomedie.
Gelukkig blijft er zat te ergeren over. Zo durfden de makers het niet aan om het verliefde stel gewoon verliefd te laten zijn, moest er een Vreselijke Ziekte bij gesleept worden voor de obligate portie verdieping. Verder hebben de hoofdpersonages een wel erg hoog Linda.-gehalte (Kim van Kooten als sterke, onafhankelijke vrouw met ontzettend kekke groene baan, Koen de Graeve als sullige maar geestige gevoelsman die ook nog eens oudevandagen geneest). En die dronken Polen, waarom zijn die eigenlijk in het verhaaltje geschreven?
Never mind. Wie de grauwe televisiefotografie op de koop toe neemt stuit in Onder het Hart op een paar helder schijnende koplampen in de anders zo donkere metrotunnel die Nederlandse Speelfilm heet. Er is hoop.
*** van de *****
Ware liefde oogt als horror
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Bond Sr. versus Bond Jr.
Sean Connery. Daniel Craig. En vooruit, Timothy Dalton. Maar Pierce Brosnan echt niet. Die wordt nooit genoemd als favoriete James Bond. Wellicht omdat ie de dierlijke seksualiteit van zijn collega’s mist. Onzin volgens Quentin Tarantino, die met Brosnan in zee wilde voor een remake van Casino Royale. Zoals bekend is dat er niet van gekomen. Jammer, want in The November Man van Roger Donaldson bewijst Brosnan zich een keiharde Bond.
Niet dat het een echte Bondfilm is. Het gitaardeuntje ontbreekt, M & Q zijn nergens te bekennen. En Brosnan is geen 007. Integendeel, hij speelt een gepensioneerd geheim agent die de tijd doodt in een gezellig cafeetje. Tot zijn ex, ook spion én moeder van zijn dochter, wordt doodgeschoten en in Brosnans armen sterft. Waarop de pensionado de jacht opent. En hoe. KGB, CIA, alles & iedereen knalt/schopt/elleboogt ie overhoop met zijn 60+ body. Tot hij op oud-leerling Luke Bracey stuit, zijn oogappeltje van weleer.
Nooit eerder was Brosnan zo hard in een film. Alsof hij wil afrekenen met zijn brave 007-verleden. En met de nieuwe Bond, want die leerling maakt ie uit voor ‘blunt object’ – dezelfde sneer die M (Judi Dench) uitdeelde aan Daniel Craig toen deze zijn agressieve versie van Bond introduceerde. Sukkel!
De knipoog naar de 007-franchise voelt als een schop onder de gordel, ook omdat Brosnans ‘license to kill’ niet wordt goedgepraat met zwarte humor zoals in Bond het geval is. Deze secret agent is een realist, een volbloed moordenaar die zijn oogappel duidelijk maakt dat er in dit vak geen pleisters geplakt worden (‘Are you a murderer or a human being?’) om vervolgens een mes in de liesslagader van diens date te zetten. Waarmee hij onze sympathie verspeelt. Op een haar na. Over dierlijke seksualiteit gesproken…
Hoe gewaagd ook, The November Man blijft natuurlijk wel pulp. De geloofwaardigheid is nihil, de plot zakt in als een kaassoufflé en Bond-girl (!) Olga Kurylenko acteert als een muts. Maar wat worden we verwend met het vitriool van Brosnan, en met de schurken, waaronder boksersneus/hitwoman Amila Terzimehic die haar Tel Sell-messenset zo gretig in d’r medemens steekt dat de geluidseffecten ons nog lang zullen heugen.
Korting voor senioren
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Internationale poldercinema
Fotograaf Anton Corbijn is een van de weinige Bekende Nederlanders die naam heeft gemaakt buiten ’s lands grenzen. Volgens liefhebbers omdat hij met authentieke, grofkorrelige stijl de mens-in-de-ster weet vast te leggen, volgens critici omdat hij sterren inpalmt met een parfum van valse bescheidenheid (‘ik kan eigenlijk helemaal niet fotograferen’) en pretentieuze plaatjes van hen schiet. Feit is dat je ’t pas gemaakt hebt als Corbijn je vereeuwigd heeft.
De fotograaf maakt ook films. Was zijn debuut Control over Joy Division-zanger Ian Curtis niet onverdienstelijk, The American met George Clooney als huurmoordenaar legde Corbijns pretenties bloot: een als genrefilm vermomde art film vol loze shots die verdieping moesten suggereren maar op de geeuwspieren werkten. Een fraaie diaserie maakt nog geen goede film.
Opnieuw heeft Corbijn een Engelstalige thriller gemaakt. Ditmaal gebaseerd op een Le Carré, maar met eigentijds sausje want terrorisme: een door de Russen gemartelde Tsjetsjeen duikt onder in Hamburg om de erfenis van zijn vader te doneren aan een controversiële islamitische humanist, op de hielen gezeten door een jihadistenjager.
Geen genrefilm, geen kunstfilm. Zelfs geen pamflet. Poldercinema. Sterft zo’n probeersel normaal gesproken een stille dood in provinciale zaaltjes, A Most Wanted Man wordt uiteraard ook buiten ’s lands grenzen vertoond – omdat het ‘een echte Corbijn’ is. Gelukkig is de fotograaf behalve bescheiden ook ambitieus: ‘Ik voel altijd de drang om nieuwe uitdagingen aan te gaan.’ Mooi moment om het hoorspel eens uit te diepen?.
Als fotograaf mist Corbijn echter de expertise om filmisch of te vertellen. Hij laat de plot van A tot Z oplepelen, bedient zich geen moment van visual story telling, een must in dit Hitchcockiaanse genre. De kijker wordt niet meegesleept, leeft met niemand mee. Erger: na een uur weet je nóg niet waar de film heen wil. Dat dit stuurloze schip zo lang blijft drijven is te danken aan het charisma van wijlen Philip Seymour Hoffman, wiens laatste hoofdrol erin beukt als een weerspannige Titanic.
Oordeel: ** van de *****
Nederlands filmvirus treft internationale cast
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Statische beroering
Soms is de sneakvoorstelling niet zozeer een wenselijke als wel een noodzakelijke vorm van filmkijken. Zoals bij Club Sándwich, over een moeder en een zoon die op vakantie zijn. Uitkiezen op basis van de synopsis zou je deze film never nooit niet, thuis op dvd uitkijken evenmin. Alleen als je hem op je sneakbordje gekwakt krijgt en het buiten pijpenstelen giet, dan ben je bereid door te zetten. Het leuke is dat je voor die passiviteit nog beloond wordt ook.
Van de plot moet Club Sándwich het niet hebben. Een gescheiden moeder en haar zoon zijn op vakantie en doen de dingetjes die je verwacht dat een gescheiden moeder en haar zoon op vakantie doen. Beetje insmeren, beetje zonnebaden, beetje wauwelen, beetje tv kijken, beetje zwemmen, beetje eten, beetje maffen. Tijd spoelen.
Maar natuurlijk gaat de film over meer. Over een puber die worstelt met ontluikende seksualiteit en voor het eerst aan een meisje plukt, over een moeder die hem moet loslaten maar worstelt met jaloezie jegens het vakantievriendinnetje. Er wordt weinig gesproken, niets benadrukt, veel gevoeld. Onuitgesproken emoties die bezit van ons nemen doordat de Mexicaanse regisseur Fernando Eimbcke een bijzonder dwingende stijl hanteert.
Eimbcke heeft namelijk het lef om statisch te draaien. Dat wil zeggen dat ie in iedere scène slechts één onbeweeglijk camerastandpunt gebruikt en binnen een scène niet monteert. Geen ontkomen aan voor de kijker; je drijft mee met de zielenroerselen van deze wezentjes, zonnebadend op de saaiste plek ter wereld.
Natuurlijk, de statische stijltruc is allesbehalve uniek (denk Jarmusch). En Eimbcke’s droogkomische grappen ondermijnen de overigens zo subtiele toon (denk Van Warmerdam). Maar dat de regisseur zijn acteurs zó naturel weet te doseren en met zo weinig filmmiddelen zoveel effect weet te sorteren, dat maakt Club Sándwich tot een stiekeme aanrader voor filmliefhebbers – mits in een passieve bui en liefst tijdens een wolkbreuk.
Oordeel: ***½ van de *****
Goed smeren