Filmrecensies 1989 - 2015
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Stoute seks op Brinta-niveau
Bij gebrek aan inspiratie voert de filmwereld nogal eens discussie over de 'kunststatus' van films. Een volstrekt overbodige discussie. Ga maar na: als de Amerikaanse 'kinderfilm' ET evenveel respect kan afdwingen als het loodzware Russische meesterwerk 'Solaris', valt er toch verder niets meer te lullen!? Films zijn - in tegenstelling tot bij voorbeeld literatuur - niet onderhevig aan vastliggende miereneuknormen. Voor films gelden junglewetten. Daarom is het zo'n prachtige kunstvorm.
Toch stuit je af en toe op een regisseur die overduidelijk behoefte heeft aan de kunststatus van Grote Schrijvers. Philip Kaufman is zo'n regisseur. Uit zijn literatuur-verfilmingen blijkt zo'n ongenuanceerd ontzag voor de Schone Letteren, dat je je zelfs af'vraagt waarom hij niet gewoon schrijver is geworden.
Kaufmans filmversie van 'The right stuff (een roman van de Amerikaan Tom Wolfe over de opkomst van de ruimtevaart) was visueel nog bijzonder aantrekkelijk, maar zijn interpretatie van Milan Kundera's 'The unbearable Lightness of Being' gleed uit over literaire pretenties. Pijnlijke miscasting deed de rest. Vreemd genoeg was de film wel een enorm succes, en Kaufman heeft nu meer dan ooit het literatuur-virus te pakken.
Kaufman heeft zich dit keer op de Amerikaanse schrijver Henry Miller gestort. Een voorspelbare keuze. Millers imago beantwoordt immers aan alle romantische vooroordelen die over schrijvers bestaan: hij hield van vrouwen, drank en achterbuurten. Hij was een hoerenloper en een klaploper, een workaholic en een parasiet. Een Echte Schrijver dus.
Kaufman's nieuwste film, Henry & June - gebaseerd op Millers autobiografische romans en de dagboeken van vriendin/maecenas Anaïs Nin - is dan ook een vette hagiografie geworden. De schrijver als filmidool. Het buitengewoon saaie verhaal draait om een driehoeksverhouding tussen Miller, zijn vrouw June en schrijfster Anaïs Nin in het Parijs van de vroege jaren dertig. Veel stoute seks en rode wijn dus. Daarmee is alles wel gezegd. 'Henry & June' is een bloedeloos liefdesdrama.
De personages moeten voor levensgenieters doorgaan, maar komen over als pathetische egoïsten. De dialogen moeten een literaire sfeer oproepen, maar sorteren een houterig en dus onnatuurlijk effect. De erotiek moet een bandeloze, dierlijke indruk maken, maar blijft hangen op Brinta-niveau.
De film amuseert niet, ontroert niet en shockeert niet. Kortom: 'Henry & June' boeit niet. Sterker nog, hij heeft een belerend toontje. Hij wrijft het cola-boerende disco-publiek voortdurend onder de neus hoe schoon De Letteren zijn, hoe uniek De Schrijver is en hoe diep Het Leven is. Maar het bioscooppubliek komt niet voor een lezing. Het wil gewoon een goede film zien.
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Metafysische snotter-suspense
Hard werkend Amerika staat niet graag stil bij de dood. Het heeft het veel te druk met de verwezenlijking van The American Dream en ervaart het hiernamaals als carrière-remmend en dus ongewenst. De Amerikaanse filmindustrie kan zich zo'n struisvogelneurose echter niet veroorloven. Zaken als uittreding, klinische dood of reïncarnatie liggen nou eenmaal goed in de alternatieve markt. Kassa.
Toch zit Hollywood een beetje in zijn maag met al die metafysische verschijnselen. Moord is okay, maar als er ook nog eens uitgetreden moet worden en zo... maak dat maar eens aannemelijk voor een neuspulkend Rambo-publiek! Meestal lukt dat dan ook niet, en vervalt men in banaliteiten. Klinisch dood-ervaringen lijken op uit de hand gelopen acid-trips, het hiernamaals op een overbelicht baseballveld en de duivel op een sociopaat met huidklachten. Hollywood laat niets over aan de verbeelding van de toeschouwer. En zelf heeft het bitter weinig fantasie.
'Ghost' van regisseur Jerry Zucker gaat over een spook. Hoofdpersonages zijn Sam (Patrick Swayze) en Molly (Demi Moore). Hij is yup en zij is pottenbakster. Heel gewone mensen. Zeg maar gerust heel saaie mensen. Gelukkig gebeurt er al na een kwartier iets verschrikkelijks: Sam wordt door een straatrover overhoop gestoken. Pats boem, morsdood.
Maar Sam taait niet netjes af richting hiernamaals, nee, hij treedt uit zijn lichaam en wordt spook. Zo eentje die door muren heen kan lopen. Ondertussen loopt Molly groot gevaar, want Sams moordenaar heeft het ook op haar en haar leuke pottenbaksels voorzien. De smeerlap. Sam staat eerst machteloos, maar kan dankzij een spoedcursus telekinese en een zwendelend medium (Whoopi Goldberg) Molly's aandacht trekken.
Het is niet duidelijk of we 'Ghost' serieus moeten nemen. Regisseur Zucker is gespecialiseerd in komedies ('Airplane!', 'The Naked Gun"), en de metafysica in 'Ghost' is zo verschrikkelijk banaal, dat je het spookverhaal soms voor parodie kunt verslijten. Verder moeten een wanhopig overacterende Goldberg en haar tetterende post mortem-communicatie met Sam voor een komische noot zorgen. Komisch, maar leuk is anders.
En 'Ghost' is door de bank genomen zo verschrikkelijk sentimenteel, dat hij wel degelijk een beroep doet op je empathie voor de personages. Geen parodie dus. Ook als thriller werkt 'Ghost' niet: het suspense-plotje is te mager en te voorspelbaar om voor voldoende spanning te zorgen. Met het briljante alternatief 'Always' van Spielberg nog vers in het geheugen, is 'Ghost' een volslagen overbodige tearjerker. Filmpersonages kunnen voortaan maar beter gewoon dood gaan.
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Broeinest van megalomane sadisten
De Amerikaanse regisseur Martin Scorsese is een gedoodverfd genie. Terecht. Zijn ijskoude, hyperrealistische straatfilms hebben zich met ongekend venijn in Hollywoods dichtgeslibde halsslagader vastgebeten en haar vol gif gepompt. Meaner than life. Toch heeft Scorsese nog nooit een Oscar gewonnen.
De reden daarvoor is even onrechtvaardig als voor de hand liggend: Scorsese heeft een consequente voorkeur voor onsympathieke hoofdfiguren, die hij meestal ook nog akelig overtuigend laat spelen door Robert De Niro. Denk aan de met schiettuig behangen Magnum-psychopaat in 'Taxi Driver' of aan de geflipte kruimeldief in 'Mean Streets'. En neem De Niro's glansrol in 'Raging Bull' (1980), waarin hij zo'n beetje de meest onsympathieke klootzak uit de filmgeschiedenis speelt.
Bepaald geen helden. Identificatie met hen is volledig uitgesloten. Gevolg: weerzin. Want glansrollen of niet, Scorsese's monsterlijke personages hebben menig romantisch 'avondje uit' vergald. En het publiek tolereert geen ondermijning van zijn pizzaatje/filmpje/discootje/drankje/ neukje-routine. De mogelijkheid tot identificeren is, hoe je het ook wendt of keert, een noodzakelijke eigenschap voor een Oscar-winnaar. Publiek wil worden meegesleept. Gemanipuleerd. Verwend.
Het lijkt er op dat Scorsese zich dit ook heeft gerealiseerd. In zijn nieuwste mafiafilm 'Goodfellas' is hoofdpersoon Henry (Ray Liotta) weliswaar een gangster, maar Scorsese weet hem met uitgekookte trucs toch nog een menselijk aureooltje mee te geven. Dat doet hij door simpelweg Henry's gangstervriendjes veel slechter af te schilderen dan Henry zelf.
Tommy (Joe Pesci), bijvoorbeeld, is een omhooggevallen schoenpoetser die moord als een practical joke beschouwt, en Jimmy (Robert De Niro) is een strotsnijdende zakenman van elektrische-stoelformaat. Monsters. Natuurlijk is ook Henry geen engeltje, maar Scorsese benadrukt zijn menselijke kanten: zijn charmes, zijn naïef enthousiasme, zijn schijnbare weerzin tegen geweld. Een schavuit met een hart van goud.
Dat wil niet zeggen dat Scorsese het gangsterdom idealiseert. Integendeel. Genadeloos amputeert hij de grijpstuiverromantiek van Little Italy's Cosa Nostra en legt hij een subcultuur bloot zoals ze is: een paranoïde en familieziek broeinest van megalomane sadisten. '
Goodfellas' is een steengoede film. Keihard, sfeervol en bij tijd en wijle ontzettend grappig. Degelijker dan 'Mean Streets' en gevoeliger dan 'Raging Bull'. Scorsese, de crew en de acteurs hebben een topprestatie geleverd; met name de montage en de cameravoering zijn zó krachtig dat je constant met je smoel op Henry's bonkende cocaïne-pols wordt gedrukt. Meeslepend. Scorsese bewijst dat hij in alle opzichten Oscarrijp is.
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
De beschermengel van een overspelige pizza-man
Lachen stimuleert lachen. Althans: er bestaat een theorie binnen de psychologie die beweert dat je spontane lachsalvo's kunt rekken met "geforceerd" gelach. Voorbeeld: als een komiek of een verhaal anderhalf uur schateren belooft, maar het resultaat op het witte doek valt af en toe tegen, dan ben je bereid je oprechte schaters over de blindgangers uit te smeren. Een kwestie van goede wil.
Het verhaaltje van 'I love you to death" van Lawrence Kasdan kweekt bij uitstek goede wil. Joey Broca (Kevin Kline) is pizzabakker, huisbaas, huisvader en enthousiaste allesneuker. Rosalie (Tracy Ullman) is zijn goedgelovige en liefhebbende echtgenote, Oostindisch blind voor zijn hormonale escapades.
Als ze er bij toeval achter komt waar Joey 's middags zijn deegrol insteekt, stort haar droomprinswereldje met een klap in elkaar. Maar lang treurt ze niet. Ze wil wraak. Joey moet eraan. Samen met haar moeder, een inwonend Joegoslavisch monster, huurt ze een lokale killer die voor een paar tientjes Joey's schedel wel wil inslaan. Geen probleem. Maar Joey blijkt een beschermengeltje te hebben: de huurling slaat mis en Joey werkt hem met een flinke schop over de schutting heen.
Plan B. Moeder en dochter stoppen een gezinspak slaaptabletten in zijn spaghetti. Maar Joey's beschermengeltje is van vooroorlogse kwaliteit: niks geen coma. Na de maaltijd laat Joey een paar stevige winden, zeurt over zware spijsvertering en gaat verzadigd een tukje doen. Ten einde raad laten de vrouwen Devo, een keukenhulpje uit de pizzeria, de slapende joey voor zijn knar schieten. Maar ook nu laat zijn engeltje hem niet in de steek: na het schot ontwaakt Joey met knorrende maag en lichte koppijn. Alsof hij een kater heeft.
That does it. Tijd voor professionals: Harlan en Marlon. Ooit bij de marine, nu zó zwaar aan de dope dat ze halverwege de aanslag niet meer weten wie ze zijn, waar ze zijn en wie ze moeten neerschieten. Maar schieten zullen ze. En raak.
De synopsis van 'I love you to death' belooft een avondje schuddebuiken. Ook de personages staan garant voor een vette schaterlach: Kevin Kline schittert als onverstoorbaar genotsorganisme en William Hurt is geknipt als wezenloze dopekiller. Toch maakt de film zijn beloftes niet continu waar. Te flauw, te zachtaardig, te vriendelijk. Te veel blindgangers.
Gelukkig kun je met een spontane bulder van wal steken, want de film opent met de grappigste biecht uit de geschiedenis van het Christendom. Daarna is het een kwestie van goede wil. Gewoon doorlachen.
- Categorie: Filmrecensies 1989 - 2015
Tom Poes met strijkijzerkaak
Amerikaanse strips zijn een welkome prooi voor de filmindustrie. Toch hebben de meeste comic-heroes een handicap: moralisme. Een vent als Superman heeft dan misschien wat Krypton-uppers achter de kiezen, en Caped Crusader Batman leidt wellicht een homoseksueel dubbelleven. maar in wezen zijn beiden slecht gecamoufleerde Tom Poezen. Saai. In 'Superman' compenseerden special effects en een flinke kwak humor het fletse karakter. In 'Batman' zorgden een geniale art director (decors!) en een spetterende schurk (Jack Nicholson) voor sfeervol vuurwerk.
Nu is stripheld Dick Tracy aan de beurt. Zelfde probleem. Want ook Tracy, een strip-gangsterjager met strijkijzerkaak uit de jaren dertig, is weer een breed uitgevallen Tom Poes, dit keer vermomd in gele Hij-jas. Een zogeheten flat character.
Regisseur, producent en hoofdrolspeler Warren Beatty trok echter lering uit Batman, en omringde Tracy met indrukwekkende decors (uitsluitend in primaire kleuren) en — belangrijker — met een heel leger zwaar misvormde en uiterst fascinerende bad guys. Het verhaaltje is jammer genoeg van notedop-kaliber.
Tracy zuivert The Big Apple van godfather Big Boy plus aanhang, laat zich en passant opgeilen door de platinablonde nachtclubzangeres (Madonna) en ziet zijn LAT-relatie met de ware liefde (Glenne Headly) op de klippen lopen.
'Dick Tracy' is ongetwijfeld een echte Warren Beatty-film, maar heeft zijn succes zeker niet in de eerste plaats aan hem te danken. De regie is wel erg conventioneel en de hoofdrol te vlak voor charisma. Zelfs Beatty's sex appeal (hij was ooit de ongekroonde dekhengst van de Hollywoodiaanse matras; collega-versierder Jack Nicholson noemt hem respectvol 'The Pro') is tanende.
Nee, 'Dick Tracy' wordt gered door de gangsterrollen en door de grimeur. Topacteurs Al Pacino en Dustin Hoffman geven een nieuwe dimensie aan Hollywoods leeggezogen Slechterik, en de grimeur zorgt voor gruwelijke maskers die de sterren niet alleen onherkenbaar maken, maar hen tevens aan een geloofwaardig strip-imago helpen. Een prestatie van Oscar-formaat.
Binnenkort is Hollywood door zijn favoriete striphelden heen. Dan zal het zich ongetwijfeld vergrijpen aan Europese pendanten. Ik houd mijn hart vast. Want ónze helden zijn te menselijk en vooral te subtiel voor een denderend big screen-avontuur.
Maar wees gewaarschuwd: Steven Spielberg heeft de rechten van Kuifje in handen. En voor je het weet ontfermt Bill Cosby zich over De Familie Doorzon, of ziet Sylvester Stallone brood in Guust Flater. Die rol is hem tenslotte op het lijf geschreven.